10 juni- FT1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

10 juni- FT1 Woordenschat

Wat gaan we doen vandaag?:

• Teksten lezen en vragen beantwoorden lesson up Woordenschat. 
• Zelfstandig werken- Woordenschat. 

Tekst 1. Wat betekent in de tekst de uitdrukking op hun retour zijn?

1. minder gebruikt worden
2. helemaal niet meer gebruikt worden
3. even veel gebruikt worden
4. meer gebruikt worden

Wat betekent in deze tekst het woord beperken?

1. veranderen
2. laten groeien
3. verbieden
4. minder maken

Wat betekent in deze tekst het woord sparen?

1. ergens voorzichtig mee zijn
2. zo min mogelijk geld uitgeven
3. geld opzij leggen om toekomstige schade te betalen
4. tijdelijk ergens geen gebruik van maken

Wat is de betekenis in de tekst van het woord functionaliteit?

1. er mooi uitzien
2. praktisch in gebruik
3. lage kosten
4. ingewikkeld in gebruik

Wat betekent in deze tekst het woord alternatieven?

1. papieren draagtassen
2. dure andere oplossingen
3. andere goede mogelijkheden
4. veranderingen

Wat betekent in deze tekst het woord invoeren?

1. over de grens vervoeren
2. beëindigen
3. officieel laten gelden
4. veranderen

Tekst 2 

Lees de tekst Oordoppen voor het uitgaan.

In de tekst zijn meerdere woorden onderstreept. Welke betekenis past bij onderstaande woorden?

liegen er niet om

1. niet eerlijk zijn
2. weinig weten over iets
3. moet je niet onderschatten

overgevoelig

1. een lichamelijke reactie hebben op iets
2. te gevoelig zijn

pijnlijk

1. pijn gevend
2. ongemakkelijk

ellende

1. rampzalige situatie
2. narigheid

Zoek onderstaande uitdrukkingen op in de tekst en noteer de betekenis:
uit je dak gaan

onder de maat

op de markt komen

op zijn zachtst gezegd

de draad kwijt zijn

achter de rug

niet uit de verf komen

Tekst 3: massa volgt de massa

Lees de tekst Massa volgt de massa.

Welke betekenis van de onderstreepte woorden past in de tekst?

schouder aan schouder

1. gezamenlijk
2. zo dat de schouders elkaar raken

hollend achteruitgaan

1. snel achteruit lopen
2. snel veel minder worden
3. struikelend

samenklonteren

1. ergens dicht bij elkaar verzamelen
2. aan elkaar vastplakken
3. in de knoop zitten
4. vies zijn

goed te boek staan

1. duidelijk in een boek zijn opgeschreven
2. een goede naam hebben, goed bekend staan
3. het ergens fijn hebben
4. slechte recensies

ongebaande weg

1. weg met oneffenheden en hindernissen
2. iets wat nog onbekend is, wat nog verkend moet worden
3. onveilige weg

Zoek onderstaande figuurlijk gebruikte woorden op in de tekst. Noteer de betekenis in je eigen woorden of zoek die op: bepakt en bezakt

Zoek onderstaande figuurlijk gebruikte woorden op in de tekst. Noteer de betekenis in je eigen woorden of zoek die op: je vingers (aan iets) branden

Zelfstandig werken

Woordenschat:

•  1.1 Betekenis afleiden uit de tekst 1 t/m 5 maken
• 1.2 Betekenis afleiden uit een woord 1 t/m 4 maken
• 1.3 Betekenis opzoeken 1 t/m 4 maken
• 1.4 Figuurlijk taalgebruik 1 t/m 4 maken