Bepaling van gesteldheid les 2 (12/04)

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boeken en leesboek op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 1, 2, 3 en 4 van spelling werkblad)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boeken en leesboek op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 1, 2, 3 en 4 van spelling werkblad)

Slide 1 - Tekstslide

Bepaling van gesteldheid

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken 
- Theorie 
- Oefenen
- Werken aan de opdracht 


Aan het einde van de les heb je geleerd hoe je een bepaling van gesteldheid in een zin beredeneert. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken

Opdracht 1, 2, 3 en 4 van spelling werkblad

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Wat is de bepaling van gesteldheid?

Slide 5 - Tekstslide

Theorie 
Bepaling van gesteldheid

Slide 6 - Tekstslide

Bepaling van gesteldheid
De bepaling van gesteldheid geeft informatie over het onderwerp of het lijdend voorwerp van de zin én geeft meer informatie over datgene wat het gezegde van de zin uitdrukt 

Het zegt iets over de gesteldheid van het naamwoord. Dat kan een zelfstandig naamwoord zijn of persoonlijk/bezittelijk voornaamwoord enz.

  • De vaas is stuk -> Stuk zegt iets over de gesteldheid van de vaas (zelfstandig naamwoord)
  • Lachend vertelde ze een mop -> Lachend zegt iets over de gesteldheid van ‘ze’ en ‘ze’ is een pers.vnw
  • Lola lag de hele nacht klaarwakker in bed -> Klaarwakker zegt iets over Lola (zelfstandig naamwoord) 


Slide 7 - Tekstslide

Bepaling van gesteldheid
Het zegt dus wat een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord doet of is. 

  • De leraar kwam vrolijk binnen.
  • De pasta smaakt heerlijk.
  • Klagend over de hoeveelheid huiswerk verlieten de leerlingen het lokaal.

  1. De bepaling van gesteldheid tijdens de handeling
  2. De bepaling van gesteldheid volgens de handeling
  3. De bepaling van gesteldheid als gevolg van de handeling

Slide 8 - Tekstslide

Bepaling van gesteldheid
De ‘bepaling van gesteldheid tijdens de handeling’ zegt iets over de ‘staat waarin’ (de ‘gesteldheid waarmee’) een onderwerp of een voorwerp iets doet of iets is. 
  • Ik zag de hond blaffend de hoek om komen
  • Ze hebben de gewonde zwaar bloedend naar binnen gedragen.

De ‘bepaling van gesteldheid volgens de handeling’ beschrijft een ‘gesteldheid’ (toestand, staat) van het onderwerp of voorwerp van de zin. Het gaat in veel gevallen om een oordeel of waardering.
  • De taart smaakt geweldig
  • Sam vond de film erg spannend

Slide 9 - Tekstslide

Bepaling van gesteldheid
De ‘bepaling van gesteldheid als gevolg van de handeling’ geeft het resultaat van de beschreven handeling aan.
  • Zij liep haar schoenen stuk.
  • Het bord viel in scherven.




Slide 10 - Tekstslide

Bepaling van gesteldheid
Stel de vraag: Hoe + gezegde + onderwerp / lijdend voorwerp?
Controleer dan of het antwoord iets zegt over zowel het gezegde als over het onderwerp of lijdend voorwerp. 


  • De partijleider verscheen smalend lachend voor de camera. 
  • Tim verft zijn haren groen. 
  • Als kind speelde hij al graag toneel. 


Slide 11 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 6 K t/m O op bladzijde 102 en de zinnen op het bord. 
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 19/04)
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Voor volgende week vrijdag 19 april 2024 moet opdracht 6 K t/m O op bladzijde 102 en de zinnen op het bord af zijn.

Schrijf dit op in je plenda! 

Slide 13 - Tekstslide