Opinie schrijfopdracht 'Schilderij beoordelen' 2 - Voorbereiden

Opinie schrijfopdracht ‘Schilderij beoordelen’ 
Voorbereiden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opinie schrijfopdracht ‘Schilderij beoordelen’ 
Voorbereiden

Slide 1 - Tekstslide

Doelen deze les
  • Ik weet wat deelonderwerpen zijn.
  • Ik weet wat associaties zijn.
  • Ik heb mij voorbereid op de eindopdracht. 

Slide 2 - Tekstslide

De OVUR-Methode 
  1. Oriënteren 
  2. Voorbereiden
  3. Uitvoeren
  4. Reflecteren 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'opinie' ook alweer?
A
argument
B
mening
C
praten
D
feit

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een argument ook alweer?
A
Een mening
B
Een reden, uitleg of bewijs
C
Een ruzie
D
Een belediging

Slide 5 - Quizvraag

De eindopdracht
  • Je schrijft je mening op over een schilderij naar keuze in 350 woorden. Meer mag ook, maar niet langer dan één A-4. De opdracht krijg je op papier en staat ook in de jaarbijlagen op SOM.
  • Daarbij let je op de theorie van vandaag en de beoordelingstabel in de opdracht. 
  • Je maakt de tekst in Word en levert het online in op SOM.

Slide 6 - Tekstslide

De eindopdracht

Slide 7 - Tekstslide

Jouw mening geven in een tekst
  • Gebruik beoordelingswoorden (bijvoeglijke naamwoorden): saai, mooi, indrukwekkend, knap, enzovoorts. 
  •  Gebruik een beoordelingswoord niet meer dan twee keer!
  • Gebruik redenen en bewijsmiddelen (argumenten) om je mening te onderbouwen. 
  • Je schrijfdoel is: overtuigen. Je wil dat iemand jouw mening gaat delen.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbereiding
De vorige les hebben we ons georiënteerd op de opdracht. Vandaag gaan we ons voorbereiden op de opdracht. 
Een goede voorbereiding zorgt ervoor...
  • ...dat het schrijven makkelijker gaat.
  • ...dat je weet wat je op wil schrijven. 
  • ...dat je een goed eindresultaat haalt, omdat je van tevoren rekening houdt met de eisen van de opdracht. 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbereiding op de eindopdracht
  1. Schilderij uitkiezen.
  2. Gedachten en associaties over het schilderij opschrijven.
  3.  Gedachten ordenen.

Slide 10 - Tekstslide

Associaties 
Associaties zijn dus verbindingen die je maakt tussen bepaalde onderwerpen
Bij kunst gebeurt dat ook. Als je een schilderij ziet, vind je daar iets van. Vaak doet het je ergens aan denken of heb je er een bepaald gevoel bij. 
Om die reden kunnen we kunst goed gebruiken om het geven van onze mening te oefenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deelonderwerpen
Deelonderwerpen zijn kleine stukken van een groot onderwerp
Iedere alinea in je tekst gaat over één deelonderwerp. Zo houdt je de tekst netjes en kun je een tekst onderverdelen. 

Stel dat je tekst over leeuwen gaat.
Alinea 1: Wat leeuwen eten.
Alinea 2: Waar leeuwen leven. 
Alinea 3: Hoe leeuwen eruit zien. 

Slide 12 - Tekstslide

Nederland

Slide 13 - Woordweb

Schilderij 1
door Sasa Montiljo
Schilderij 2
door Sasa Montiljo

Slide 14 - Tekstslide

Schilderij 3
door Esao Andrews
Schilderij 4
door Esao Andrews

Slide 15 - Tekstslide

Schilderij 5
door Giuseppe Arcimboldo

Slide 16 - Tekstslide

Oefening 1
  • Kies van de vijf schilderijen één schilderij uit waar je de eindopdracht mee wil maken. Schrijf het nummer van het schilderij in je schrift.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Oefening 2
Je bekijkt het schilderij van je keuze aandachtig. Je schrijft op wat je bij het schilderij voelt: wat doet het met je? Wat valt je op? Krijg je er gedachtes bij? Doet het je ergens aan denken? Wat vind je ervan? Doen de kleuren iets met je? Is er een bepaald onderdeel op het schilderij dat je aanspreekt? Schrijf alles wat in je opkomt op. Dat kunnen ook gekke, vreemde dingen zijn. Kijk goed en lang, zodat je ook details gaat zien.
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Oefening 3
  • Kijk nu welke gedachten en associaties over het schilderij bij elkaar horen en geef ze hetzelfde nummer. Let op: welke volgorde wil je in je eindopdracht? Denk daaraan voordat je nummert.
Voorbeeld: 
  • Zet alle gedachten over de kleuren bij elkaar en geef ze nummer 1.
  • Zet alle gedachten over de figuren bij elkaar en geef ze nummer 2.
  • Zet alle gedachten dingen die je erbij voelt bij elkaar en geef ze nummer 3. 
  • Enzovoorts.
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Voorbereiding is af!
Je hebt je nu voorbereid op de eindopdracht door van tevoren te bedenken wat je wil gaan schrijven en waar je informatie neer wil zetten. Dat heb je nu gedaan door deelonderwerpen te maken: dat zijn kleine onderwerpen binnen het grote onderwerp die zeggen waar alinea's over gaan.  
De gedachten die je hebt geordend en een nummer hebt gegeven zijn de deelonderwerpen voor jouw eindopdracht.  

Slide 20 - Tekstslide

Check
Pak het beoordelingsmodel uit de eindopdracht erbij en controleer: 
  • Of je genoeg informatie hebt om aan het aantal woorden van de eindopdracht te voldoen.
  • Of je genoeg deelonderwerpen hebt om aan de eindopdracht te voldoen.
Zo niet: bedenkt thuis nog wat meer. 
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn associaties?
A
mensen die zich asociaal gedragen
B
alinea's
C
deelonderwerpen
D
verbindingen in je hoofd tussen onderwerpen

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn deelonderwerpen?
A
de onderwerpen van alinea's
B
onderwerpen die gedeeld worden door anderen
C
berekeningen
D
kleinere onderwerpen binnen een groot onderwerp

Slide 23 - Quizvraag

Wat is ook alweer de volgorde van de OVUR-methode?
Oriënteren
Voorbereiden
Uitvoeren
Reflecteren

Slide 24 - Sleepvraag

Wat heb je vandaag geleerd en welke kennis neem je mee naar de eindopdracht?

Slide 25 - Open vraag

Welke stap van de OVUR-methode hebben we vandaag gedaan?

Slide 26 - Open vraag