Les 6 T1_B6 Mitose-Meiose

T1_B5+6

Startopdracht:
Lezen in je leesboek
(5 min)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T1_B5+6

Startopdracht:
Lezen in je leesboek
(5 min)

Slide 1 - Tekstslide

Meisose

Slide 2 - Tekstslide

Meiose vindt alleen maar plaats in de teelballen van de man en de eierstokken van de vrouw. In de meiose ontstaat uit één moedercel met 46 chromosomen vierdochtercellen met elk 23 chromosomen. Door deze meiotische delingen ontstaan in het lichaam van de man dagelijks miljoenen zaadcellen en in het lichaam van de vrouw een keer per maand een eicel. 

Slide 3 - Tekstslide

 Als de eicel en de zaadcel in de eileider versmelten ontstaat er weer een bevruchte eicel met het volledige pakket aan chromosomen. Een ander woord voor meiose is reductiedeling. In twee meiotische delingen wordt de hoeveelheid erfelijk materiaal gehalveerd. Gereduceerd. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Verschillen en overeenkomsten
Overeenkomst
Een overeenkomst is dat de cel als voorbereiding op de celdeling zowel bij de mitose als bij de meiose eerst al de strengen DNA kopieert. Bij beide delingsprocessen ontstaan dus cellen die tijdelijk de dubbele hoeveelheid DNA bevatten.

Slide 6 - Tekstslide

Verschillen en overeenkomsten
Verschillen
De verschillen tussen de mitose en de meiose zit in de hoeveelheid delingen en de hoeveelheid erfelijk materiaal dat de dochtercellen ontvangen. De meiose bestaat niet uit één deling maar uit twee delingen. 

De dochtercellen die ontstaan uit de mitotische deling bevatten evenveel erfelijk materiaal als de moedercel, terwijl de dochters uit de meiose het moeten doen met de halve hoeveelheid erfelijk materiaal.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Een cel die zich meiotisch wil gaan delen doet eigenlijk hetzelfde als een cel die zich mitotisch wil gaan delen. Als voorbereiding op de celdeling worden alle strengen DNA nauwkeurig gekopieerd. Aan het einde van dit kopieerproces zitten er dus 92 strengen DNA in de celkern (46X2=92). 
Ook nu blijven origineel en kopie netjes aan elkaar zitten. Net voordat de celkern zich wil gaan delen worden ook nu al deze draadjes DNA netjes geordend. 92 strengen DNA wikkelen zich netjes op tot 46 chromosomen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Mitose

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een cel die zich aan het voorbereiden is op een celdeling heeft in haar celkern 46 strengen draadvormig DNA. Als voorbereiding op de celdeling maakt elke streng draadvormig DNA een perfecte kopie van zichzelf. Origineel en kopie zitten in het midden nog aan elkaar vast. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video