Les 8. Antistolling

Les 8. Antistolling

Opleiding verpleegkunde
leerjaar 3
Farmacologie-2
J. Witte, MEd
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 8. Antistolling

Opleiding verpleegkunde
leerjaar 3
Farmacologie-2
J. Witte, MEd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Met deze LessonUp ga je meer leren over het geneesmiddel acenocoumarol. Dit geneesmiddel wordt veel voorgeschreven en wordt op geleide van de INR ingesteld door de trombosedienst. Als verpleegkundige krijg je hier dus regelmatig mee te maken en is het dus heel belangrijk dat je dit geneesmiddel goed kent.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak ik deze opdracht?
Start het filmpje en maak de vragen die tussendoor gesteld worden. Als het nodig is zoek je in het lesmateriaal of via een zoekmachine (b.v. Google) extra informatie op. Je ziet gelijk of jouw antwoord goed is of niet. 
Tip: zomaar wat klikken zonder dat je er over nadenkt of informatie opzoekt zorgt er niet voor dat je iets van deze opdracht leert.....

Slide 3 - Tekstslide

6

Slide 4 - Video

00:35
Wat is een INR bepaling?
A
urineonderzoek stollingsfactoren
B
onderzoek naar stollingstijd bloed
C
bepaling hoeveelheid stollingsfactoren bloed
D
onderzoek aanwezigheid trombus

Slide 5 - Quizvraag

01:15
is acenocoumarol een geschikt middel voor de behandeling van een trombosebeen?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

02:11
wat wordt bedoeld met het 'doorschieten van de INR'?
A
bloed stolt te langzaam; kans op bloedingen
B
bloed stolt te snel; kans op trombus
C
bloed stolt te langzaam; kans op trombus
D
bloed stolt te snel; kans op bloeding

Slide 7 - Quizvraag

02:43
Patiënt moet voor OK. Hoe lang vóór OK stoppen met acenocoumarol?
A
1 dag
B
2 a 3 dagen
C
4 a 5 dagen
D
1 week

Slide 8 - Quizvraag

03:33
welk geneesmiddel wordt toegediend bij een doorgeschoten INR zonder bloeding?
A
warfarine
B
acenocoumarol
C
vitamine K
D
acetylsalicylzuur

Slide 9 - Quizvraag

03:50
Wat zijn CYP enzymen?

Slide 10 - Open vraag

Zoek op FK: acenocoumarol

Slide 11 - Tekstslide

Welke waarde van de INR wordt aangehouden voor patiënten met een matig-ernstige indicatie?
A
1,0 -2,0
B
2,0 - 3,0
C
3,0 - 4,0
D
4,0 - 5,0

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke waarde van de INR moet er gestart worden met vitamine K (b.v. Konakion)?
A
2,0 - 3,0
B
2,5 - 3,5
C
6 - 8
D
> 8

Slide 13 - Quizvraag

CYP enzymen werken soms te langzaam. Hoe noemen we iemand die dat heeft?
A
rapid metabolizer
B
slow metabolizer
C
polymorfe metabolizer
D
non-metabolizer

Slide 14 - Quizvraag

I.g.v. polymorfisme bij CYP enzymen: dosis acenocoumarol aanpassen?
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Op welke tijdstip bij voorkeur acenocoumarol innemen?
A
8:00 uur
B
12:00 uur
C
18:00 uur
D
20:00 uur

Slide 16 - Quizvraag

Hoe mag acenocoumarol ingenomen worden?
A
met water
B
met cola
C
met melk
D
met alle hiervoor genoemde dranken

Slide 17 - Quizvraag

Mag acenocoumarol vermalen worden (b.v. door een voedingssonde toedienen)?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Soms: kaalheid door acenocoumarol gebruik. Groeit het haar terug na stoppen?
Ja
Nee

Slide 19 - Poll

Mag een zwangere acenocoumarol gebruiken?
A
Nee, nooit
B
Ja, mits niet in 1e trimester/perinataal
C
Ja, maar alleen in het 1e trimester
D
Ja, maar alleen perinataal

Slide 20 - Quizvraag

Waarom moet een patiënt vóór een OK stoppen met acenocoumarol?
A
verhoogd risico op trombus- vorming
B
verhoogd risico op anafylactische shock
C
verhoogd risico op veel bloedverlies
D
verhoogd risico op hypertensie

Slide 21 - Quizvraag

Bij overdosering kan op hematemese. Wat is dat?
A
bloed in urine
B
blauwe plekken
C
bloedneus
D
bloed braken

Slide 22 - Quizvraag

Heb je nieuwe dingen geleerd over acenocoumarol?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll