In de inleiding probeer je de aandacht van de lezer te trekken en introduceer je het probleem in de vorm van een stelling of vraagstelling.
In het middenstuk geef je feitelijke informatie over het onderwerp en verschillende meningen. Je citeert zowel voor- als tegenstanders van een bepaald standpunt ten opzichte van het probleem. Als je ook je eigen mening geeft, dan houd je je toon neutraal, want je wilt dat de lezer zelf een mening gaat vormen over het probleem.
In het slot vat je de verschillende meningen samen. Je kunt een conclusie trekken over wat de algemene mening is over het probleem. Houd ook hier je toon neutraal.