H2 par. 3 De Inuit in het poolgebied

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom B1I!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom B1I!

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit met deze foto waardoor er droge gebieden voorkomen.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 3
  • Je weet wat de bevolkingsdichtheid is van de poolstreken.
  • Je kent de kenmerken van een toendra.
  • Je kent de kenmerken van landijs en zee-ijs. 

Slide 4 - Tekstslide

Waar liggen de poolstreken?

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het zo koud in de poolgebieden? B48
Reden voor de kou?
- Zonnestralen vallen schuin, moeten een groot oppervlak verwarmen, waardoor de warmte afneemt.
- Zonnestralen leggen en lange weg af door de dampkring, komen wolken en stofdeeltjes tegen, waardoor de warmte afneemt.
herhaling!

Slide 6 - Tekstslide

Noordpool gebied
  • Het noordpoolgebied ligt binnen de noordpoolcirkel: de breedtegraad van 66½⁰ N.B. 
  • hoge breedte
  • hele jaar koud
  • Inuit - bewoners kustgebied Noordelijke IJszee - 150.000 mensen




Slide 7 - Tekstslide

Groenland
  •  grootste eiland op aarde
  • 50x groter dan Nederland
  • 60.000 inwoners in de kustgebieden
  • binnenland is bedekt met sneeuw en ijs

Slide 8 - Tekstslide

Toendra
In de bewoonde streken rond de poolcirkel is het koud.

Isoterm
Lijn die punten van een gelijke temperatuur met elkaar verbindt.

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken Toendra
winter:
  •  lange winters
  • sneeuw en ijs
  • 9 maanden per jaar bevroren bodem: permafrost


zomer:
  •  korte zomers
  • sneeuw en ijs smelten
  • smeltwater kan niet in de grond  zakken + weinig verdamping = drassig

   

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Taiga
  • Canada en Rusland

Kenmerken:
  • Ligt In de gematigde zone tegen de poolstreken aan.
  •  's zomers > 10 ⁰C
  •  naaldbossen



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag:
Wat?
§2.3 De Inuit in het poolgebied
Maken opdracht 1 t/m 4 via LB. 
Hoe?
Werk samen met elkaar op een fluister toon. 
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 14 - Tekstslide

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom B1I!

Slide 15 - Tekstslide

    taiga
  toendra
   landijs

Slide 16 - Sleepvraag

naaldboomgordel
loofboomgordel
toendra

Slide 17 - Sleepvraag

Leerdoelen paragraaf 3
  • Je weet wat de bevolkingsdichtheid is van de poolstreken.
  • Je kent de kenmerken van een toendra.
  • Je kent de kenmerken van landijs en zee-ijs. 

Slide 18 - Tekstslide

Landschappen van koud naar warm
Eeuwige sneeuw        Toendra                           Taiga B86                       Loofbos B85
- het vriest er altijd
- sneeuwval
- eeuwige sneeuw
- landijs 3.000 meter dikke laag op Groenland
- zee-ijs tot 17 meter dik in de Noordelijke IJszee
- zomer tot 10 graden
- boomloos door de kou = boomgrens
- grassen, mossen, lage struikjes
- diep in de grond permafrost = altijd bevroren bodem
- zomer, ontdooide moerassige bovenlaag
- zomer warmer dan 10 graden
- taiga = naaldbos
- naalboomgordel groeit tot de de boomgrens (toendra)
- verschil tussen zomer en winter temperatuur
- loofbos = eik, beuk, iep
- loofboomgordel groeit soms door de naaldboomgordel = gemende bos

Slide 19 - Tekstslide

sneeuw en ijs

Slide 20 - Tekstslide

landijs
zee-ijs

Slide 21 - Tekstslide

pakijs
drijfijs

Slide 22 - Tekstslide

Smeltend ijs

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Aan de slag:
Wat?
§2.3 De Inuit in het poolgebied
Maken opdracht 5 t/m 9 via LB. 
Hoe?
Werk samen met elkaar op een fluister toon. 
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video