les 2 - 12 september 2024

les 2 - 12 september 2024
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les 2 - 12 september 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aujourd'hui c'est jeudi 12 septembre

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Présence
tout le monde est présent?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tu réponds
présent
présente

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 belangrijk
1 Op tijd
2 Spullen bij je (boek - schrift - laptop)
3 Telefoon weg (thuis of in je kluis)
4 Huiswerk doen & leren
5 Luisteren
6 Meedoen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

au programme
  • correction des devoirs
  • introduction
  • écouter
  • les devoirs 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

le prof
le bureau
la porte
le livre
le portable
l'ordinateur
le mur
le poster
l'élève
le sac à dos
le stylo

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je ne comprends pas/ je ne sais pas
Je peux ranger ma tablette?/ j'ai oublié mon livre.
Je peux aller aux toilettes?
C'est à quelle page?
Je peux ouvrir la fenêtre?
Excusez-moi, je suis en retard.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent être ?
A
Hebben
B
Zijn
C
Willen
D
Kunnen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent avoir?
A
Hebben
B
Zijn
C
Willen
D
Kunnen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elle .. intelligente
A
Sont
B
Sommes
C
Est
D
Êtes

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

être
=
  zijn



Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
sommes
sont
suis
êtes
es
est

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vous ... français?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent je ?
A
ik
B
jullie
C
wij
D
ons

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je " jij " in het Frans?
A
Je
B
Tu
C
Il
D
Elle

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Franse woord voor hij ?
A
elle
B
tu
C
il
D
ils

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent " ils " ?
A
zij
B
wij
C
jullie
D
hij

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij deze foto hoort:
A
il
B
elle
C
ils
D
elles

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

" Tu es " betekent:
A
Jij bent
B
Jij praat
C
Jij gaat
D
Ik ben

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is
A
ce sont
B
ce êtes
C
ce sommes
D
c'est

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patrick en Thomas zijn
A
Patrick et Tomas est
B
Patrick et Tomas êtes
C
Patrick et Tomas sont
D
Patrick et Tomas suis

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patrick is
A
Patrick est
B
Patrick es
C
Patrick sont
D
Patrick sommes

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

avoir
=
hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vous .....
A
ai
B
avez
C
avons
D
as

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaques et Françoise ....
A
ai
B
a
C
avons
D
ont

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vertaal je "zij hebben" in het Frans ?
A
ils ont
B
elle a
C
vous avez
D
tu as

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vertaal je "men heeft" in het Frans ?
A
ils ont
B
nous avons
C
j'ai
D
on a

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Ferme l'ordinateur
H1 les 1     un. deux, splash!          

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectifs H1 
aan het einde van H1, 
je kan vertellen over je vakantie, wat je gedaan hebt, waar je geweest bent, hoe het weer was

je leert je uitdrukken in de verledentijd

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

opdracht 1 - introduction

Hoe begroeten ze elkaar?
introduction
fais les exercices 1c - 3
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les buts
Aan het eind van de les...

- Kan ik een gesprek over vakantie begrijpen.
- Ken ik woorden die te maken hebben met vakantie.
- Weet ik hoe ik de woorden leer door de stof te verdelen. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • écoute l'histoire
  • 5a
  • 5b
  • 5c

Slide 37 - Tekstslide

exercice 5a
au travail-
les devoirs

Un, deux, splash!
apprendre: A
réviser: avoir et être
faire: 5d - 7a







Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies