Manieren om de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord te maken
• Zet een -e achter het woord:
– klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.
• Verdubbel de laatste letter en zet een -e achter het woord:
– fris → frisse; glad → gladde; wit → witte.
• Haal een a, e, o of u weg en zet een -e achter het woord:
– traag trage; leeg → lege; dood dode; zuur zure.
• Verander een -f in een -v- of een -s in een -z- en zet een -e achter het woord:
– lief → lieve; naïef → naïeve; grijs → grijze; vlekkeloos → vlekkeloze.