Redekundig ontleden: even herhalen/oefenen Hst 19 blz. 42
Slide 4 - Tekstslide
Volgorde van redekundig ontleden
1) Zoek persoonsvorm
2) Zoek alle andere werkwoorden + pv=wwg
3) Vraag wie/wat+wwg=ow
4) Vraag wie/wat+wwg+ow=lv
5)Vraag aan of voor wie/wat+wwg+ow+lv=mw.vw.
6) bwb= stel een vraag met een W. MAAR NIET wie of wat.
Zoals wanneer waar waarom
Slide 5 - Tekstslide
Even testen wat je nog weet
Log in in deze lessonup
Houd bij hoeveel goed/fout je hebt
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp van de volgende zin: Ariana treedt vanavond op in de Ziggo Dome in Amsterdam
A
Treedt + op
B
Ariana + treedt op
C
Ariana + Ziggo Dome
D
Treedt op + Ziggo Dome
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp van de volgende zin: Bij een inval in Utrecht heeft de politie wapens gevonden.
A
Bij een inval + heeft
B
Bij een inval + in Utrecht
C
heeft + de politie
D
Heeft + gevonden
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een werkwoordelijk gezegde?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin? Donderdag werd het record verspringen verscherpt
Slide 10 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin? De docent heeft belangstelling voor jullie weekend.
A
De docent
B
weekend
C
heeft
D
belangstelling
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin? De bezorger van PostNL bezorgde een heel raar pakketje bij de buren.
A
De bezorger
B
Van PostNL
C
een heel raar pakketje
D
bij de buren
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin? De bezorger van PostNL bezorgde haar een heel raar pakketje.
A
De bezorger
B
Van PostNL
C
een heel raar pakketje
D
haar
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin? Die rijke stinkerd heeft zijn neefje een huis in Turkije nagelaten.
A
Die rijke stinkerd
B
heeft nagelaten
C
zijn neefje
D
een huis in Turkijke
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel had je er goed?
Pak blz. 43 en doe oefening 10. Je werkt zo veel mogelijk in stilte. Je gaat de zinnen 'ontleden'. Gebruik het stappenplan, de informatie op blz. 42 EN kijk voor meer informatie op blz. 181
Alles goed: a t/m e
Een paar fout (max. 3): a t/m c (of t/m e als je tijd hebt)
Veel fout: vooraan zitten en a & b zinnen ontleden.