- tussen twee persoonsvormen:
Als we elke dag vroeg vrij zijn, hebben we meer tijd voor huiswerk.
- voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra:
Nederland won met 3-0 van Duitsland, omdat ze goed speelden.
- als je de delen van een zin niet los kunt uitspreken:
Binnenkort hebben we herfstvakantie, die een week zal duren.
- een bijstelling
De leerlingen, die al veel uitval hebben, klagen over twee tussenuren.
Let op: voor 'en' en 'of' plaats je meestal geen komma!