Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling H1 t/m 7 Basiskennis Recht
Oefenen lesstof H 1 t/m 7
Basiskennis Recht
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Recht
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefenen lesstof H 1 t/m 7
Basiskennis Recht
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1 - Wat is recht?
Slide 2 - Tekstslide
Welk woorden ontbreken?:
Recht is het geheel van regels die .................... de samenleving
A
de koning bepaalt voor
B
de overheid maakt voor
C
op een bepaald moment gelden in
D
zorgen voor
Slide 3 - Quizvraag
Waarop worden eerlijke en rechtvaardige regels gebaseerd?
A
wat het parlement belangrijk vindt
B
de Grondwet
C
wat de koning belangrijk vindt
D
Normen en waarden van een samenleving
Slide 4 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Waarden geven aan wat mensen belangrijk vinden, normen zijn de regels die daarbij horen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Welk recht geldt niet voor rechtspersonen?
A
Bestuursrecht
B
Personen- en familierecht
C
Vermogensrecht
Slide 6 - Quizvraag
De regels over het aanvragen van studiefinanciering vind je in het:
A
Bestuursrecht
B
Staatsrecht
C
Vermogensrecht
D
Internationaal recht
Slide 7 - Quizvraag
De functies van het recht zijn:
A
Wetgevende macht, rechtsprekende macht, uitvoerende macht
B
De rechter macht geven en de burger laten gehoorzamen
C
Nederland structureren door de burgers te laten kiezen voor de volksvertegenwoordiging
D
De samenleving organiseren en zorgen voor een rechtvaardige oplossing
Slide 8 - Quizvraag
Het rechtsgebied dat beschrijft hoe Nederland is georganiseerd:
A
Staatsrecht
B
Burgerlijkrecht
C
Bestuursrecht
D
Strafrecht
Slide 9 - Quizvraag
Hoofdstuk 2 - De grondwet
Slide 10 - Tekstslide
Wat is geen kenmerk van een staat?
A
Grondgebied
B
Rechterlijke macht
C
Inwoners
D
Overheidsgezag
Slide 11 - Quizvraag
Uit welk kenmerk van de democratische rechtsstaat volgt dat alleen een rechter een gevangenisstraf kan opleggen?
A
legaliteitsbeginsel
B
scheiding der machten
C
onafhankelijke rechter
D
grondrechten voor de burgers
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen andere benaming voor de eerste en tweede kamer?
A
Het parlement
B
Volksvertegenwoordiging
C
Staten Generaal
D
Regering
Slide 13 - Quizvraag
Het recht dat iedereen behandeld wordt is een:
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht
Slide 14 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met de driemachtenleer?
A
Dat de drie taken van de overheid zijn verdeeld over verschillende overheidsorganen.
B
Dat de drie machten van de staat bestaan uit koning, regering en Staten-Generaal.
C
Dat de overheid drie soorten macht heeft.
Slide 15 - Quizvraag
Hoofdstuk 3 - De overheid
Slide 16 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met autonomie van een gemeente?
A
Dit betekent dat de gemeente eigen beslissingen kan nemen over het beleid.
B
Dit betekent dat de gemeente landelijke wetgeving moet uitvoeren.
Slide 17 - Quizvraag
Waar of niet waar?
De Staten-Generaal heeft 2 taken; controleren van de regering en wetten maken.
Waar
Niet waar
Slide 18 - Poll
In welke Europese instelling worden de hoofdlijnen van het Europese beleid gemaakt?
A
Europese raad
B
Raad van Ministers
C
Europese commissie
D
Europees Parlement
Slide 19 - Quizvraag
Hoofdstuk 4 - De bronnen van het recht
Slide 20 - Tekstslide
Wat is geen rechtsbron?
A
de wet
B
Internationale verdragen
C
Gemeentelijke verordeningen
D
Gewoonterecht
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heet de Europese wetgeving die niet direct in alle lidstaten werkt?
A
Europese richtlijn
B
Europese verordening
Slide 22 - Quizvraag
Waarom is de wet de belangrijkste bron van het recht?
A
omdat wetten gemaakt worden door de overheid
B
omdat het grootste deel van het recht in een wet staat
C
omdat wetten zijn vastgelegd in wettenbundels
Slide 23 - Quizvraag
Hoofdstuk 5 - De wet als belangrijkste rechtsbron
Slide 24 - Tekstslide
Hoe noem je een voorstel van wet dat afkomstig is van (één of meerdere leden van) de Tweede Kamer?
A
initiatiefwetsvoorstel
B
wetsvoorstel van de Staten-Generaal
C
wetsvoorstel
Slide 25 - Quizvraag
Een formele wet is meestal ook een wet in materiële zin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Uit wie bestaat de formele wetgever?
A
Regering en Staten-Generaal
B
Regering en parlement
C
Regering en volksvertegenwoordiging
D
Ministers
Slide 27 - Quizvraag
Aan welk woord herken je een wet in formele zin?
Slide 28 - Open vraag
Hoofdstuk 6 - De wettenbundel
Slide 29 - Tekstslide
Welk deel van het recht regelt de zakelijke en familierechtelijke relaties?
A
Privaatrecht
B
Publiekrecht
Slide 30 - Quizvraag
In welk deel van het recht vind je de regels voor de overheid die een kantoorpand huurt?
A
Privaatrecht
B
Publiekrecht
Slide 31 - Quizvraag
In welke wet staat het materieel privaatrecht?
A
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
B
Wetboek van Strafrecht
C
Burgerlijk Wetboek
D
Algemene wet bestuursrecht
Slide 32 - Quizvraag
Hoe heten de rechtsregels die de burger de mogelijkheid geven om af te wijken van wat er in de wet staat?
A
Dwingend recht
B
Regelend recht
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de correcte afkorting voor de Algemene wet bestuursrecht?
A
AWB
B
AwB
C
Awb
Slide 34 - Quizvraag
Hoofdstuk 7 - Het procesrecht
Slide 35 - Tekstslide
Hoe heten de partijen in een procedure in het burgerlijk recht?
Slide 36 - Open vraag
Welke rechtshulpverlener brengt de dagvaarding uit?
A
Advocaat
B
Notaris
C
Bewindvoerder
D
Deurwaarder
Slide 37 - Quizvraag
Welke rechter is bevoegd een strafzaak in eerste aanleg te behandelen waarin de verdachte wordt verdacht van een overtreding?
A
Politierechter
B
Meervoudige kamer
C
Kantonrechter
Slide 38 - Quizvraag
Met welk stuk reageert een gedaagde in een dagvaardingsprocedure in het burgerlijk recht?
A
Verweerschrift
B
Conclusie van antwoord
C
Pleitnota
D
Beroepschrift
Slide 39 - Quizvraag
EINDE
Bedankt voor je inzet :)
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herhaling H1 t/m 5 Basiskennis Recht
September 2023
- Les met
33 slides
Recht
MBO
Studiejaar 4
Inleiding recht - les 4
September 2022
- Les met
20 slides
Inleiding recht
MBO
Studiejaar 1
2.2 Wie kan de macht van de overheid controleren?
September 2019
- Les met
22 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.2 Wie kan de macht van de overheid controleren?
Januari 2018
- Les met
16 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 1 - Inleiding Burgerlijk Procesrecht
November 2022
- Les met
23 slides
Burgerlijk Procesrecht
MBO
Studiejaar 3
2.2 Wie kan de macht van de overheid controleren?
September 2019
- Les met
18 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 4 & 5
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Directiesecretaresse
MBO
Studiejaar 1
LIHR Recht P2 - H4
November 2022
- Les met
36 slides
Recht
MBO
Studiejaar 1