Herhaling H5. Hoofdletters en interpunctie

Spelling en grammatica
5. Hoofdletters en interpunctie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling en grammatica
5. Hoofdletters en interpunctie

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
istanbul
unicef
de amerikanen
het noorden
het offerfeest
boeddhisme
zaterdag
Met hoofdletter
Zonder hoofdletter

Slide 2 - Sleepvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
timer
1:00
A
Ameland
B
ameland

Slide 3 - Quizvraag

timer
2:00
Wanneer een hoofdletter?

Slide 4 - Woordweb

Hoofdletter?
timer
1:00
A
intertoys
B
Intertoys

Slide 5 - Quizvraag

Hoofdletter?
timer
0:20
A
Maandag
B
maandag

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer gebruik je wat?
timer
1:00
Aan het begin van een zin.
Tussen twee persoonsvormen.
Vóór een verbindingswoord.
Aan het eind van een vraagzin.
Aan het eind van een gewone zin.
hoofdletter
punt
vraagteken
komma
komma

Slide 7 - Sleepvraag

Welke leestekens gebruik je bij een citaat?
timer
0:20
A
Uitroeptekens en dubbele punt
B
Dubbele punt en aanhalingstekens

Slide 8 - Quizvraag

Welk leesteken staat er ALTIJD na de aanhef en de afsluiting?
a: dubbele punt b: geen c: komma d: punt
timer
0:20
A
dubbele punt
B
geen
C
komma
D
punt

Slide 9 - Quizvraag

Waardoor kun je vaak een puntkomma vervangen?
timer
0:20
A
een komma
B
en
C
je kunt de puntkomma niet vervangen

Slide 10 - Quizvraag


Wat jij doet * interesseert me enorm.
timer
1:00
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

NuNederlands
Oefentoets hoofdstuk 5

Slide 17 - Tekstslide