De geschiedenis en geloftes van christelijke kloosterorden
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
De geschiedenis en geloftes van christelijke kloosterorden
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je de drie geloftes van kloosterlingen, de betekenis van het woord 'klooster', en de ontstaansgeschiedenis van christelijke kloosterorden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al over kloosters en kloosterorden?
Slide 3 - Woordweb
Wat is een klooster?
Een klooster is een gemeenschap van mannen of vrouwen die zich wijden aan het religieuze leven. Het woord komt van het Latijnse 'claustrum', wat 'afgesloten ruimte' betekent.
Slide 4 - Tekstslide
Wie wonen er in een klooster?
A
Mensen die in de stad wonen
B
Mannen of vrouwen die zich wijden aan het religieuze leven
C
Mensen die op vakantie zijn
D
Mensen die in de natuur leven
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het woord 'klooster'?
A
Woonhuis
B
Openbare ruimte
C
Afgesloten ruimte
D
Grote stad
Slide 6 - Quizvraag
Drie geloftes
Kloosterlingen doen drie geloftes: gehoorzaamheid, celibaat en geen persoonlijk bezit. Gehoorzaamheid betekent dat ze hun overste volgen en geen eigen wil hebben. Celibaat betekent dat ze geen seksuele relaties hebben. Geen persoonlijk bezit betekent dat ze geen eigen spullen hebben.
Slide 7 - Tekstslide
Gehoorzaamheid
Gehoorzaamheid is een van de drie geloftes die kloosterlingen afleggen. Ze beloven hun overste te gehoorzamen en geen eigen wil te hebben.
Slide 8 - Tekstslide
Celibaat
Celibaat is een van de drie geloftes die kloosterlingen afleggen. Ze beloven geen seksuele relaties te hebben.
Slide 9 - Tekstslide
Geen persoonlijk bezit
Geen persoonlijk bezit is een van de drie geloftes die kloosterlingen afleggen. Ze beloven geen eigen spullen te hebben.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een van de betekenissen van gehoorzaamheid?
A
Ze beloven hun overste te negeren en hun eigen wil te hebben.
B
Ze beloven te doen wat ze willen en hun overste te negeren.
C
Ze beloven hun overste te gehoorzamen en geen eigen wil te hebben.
D
Ze beloven zichzelf te gehoorzamen en hun eigen wil te hebben.
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent geen persoonlijk bezit voor kloosterlingen?
A
Ze beloven geen eigen spullen te hebben.
B
Ze beloven geen eigen kleding te hebben.
C
Ze beloven geen eigen kamer te hebben.
D
Ze beloven geen eigen eten te hebben.
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent celibaat voor kloosterlingen?
A
Ze beloven elke dag te bidden en geen seksuele relaties te hebben.
B
Ze beloven hun ouders niet te spreken en geen seksuele relaties te hebben.
C
Ze beloven geen seksuele relaties te hebben.
D
Ze beloven geen vrienden te hebben en geen seksuele relaties te hebben.
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent gehoorzaamheid voor kloosterlingen?
A
Ze beloven hun overste te gehoorzamen en geen eigen wil te hebben.
B
Ze beloven hun ouders te gehoorzamen en geen eigen wil te hebben.
C
Ze beloven hun vrienden te gehoorzamen en geen eigen wil te hebben.
D
Ze beloven hun partner te gehoorzamen en geen eigen wil te hebben.
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn de drie geloftes die kloosterlingen afleggen?
A
Gehoorzaamheid, gebed en celibaat
B
Gehoorzaamheid, boete en geen persoonlijk bezit
C
Gehoorzaamheid, celibaat en geen persoonlijk bezit
D
Gehoorzaamheid, soberheid en stilte
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Ontstaansgeschiedenis kloosterorden
De eerste kloosters werden gesticht in de 4e eeuw. In de 6e eeuw ontstond de Benedictijnse orde, gevolgd door de Cisterciënzers in de 11e eeuw en de Dominicanen en Franciscanen in de 13e eeuw.
Slide 17 - Tekstslide
Benedictijnse orde
De Benedictijnse orde werd gesticht door Benedictus van Nursia. Ze leven volgens de regel van Benedictus, die gebaseerd is op soberheid, stilte, studie en werk.
Slide 18 - Tekstslide
Cisterciënzers
De Cisterciënzers werden gesticht in 1098 door Robert van Molesme. Ze leven volgens de regel van Benedictus en hechten veel waarde aan eenvoud en zelfvoorzienendheid.
Slide 19 - Tekstslide
Dominicanen
De Dominicanen werden gesticht in 1216 door Dominicus Guzmán. Ze leggen de nadruk op studie en prediking, en leven volgens de regel van Augustinus.
Slide 20 - Tekstslide
Franciscanen
De Franciscanen werden gesticht in 1209 door Franciscus van Assisi. Ze leven volgens de regel van Franciscus, die gebaseerd is op armoede, nederigheid en de zorg voor de schepping.
Slide 21 - Tekstslide
Welke orde legt de nadruk op armoede, nederigheid en de zorg voor de schepping?
A
Franciscanen
B
Benedictijnse orde
C
Dominicanen
D
Cisterciënzers
Slide 22 - Quizvraag
Welke orde legt de nadruk op studie en prediking?
A
Benedictijnse orde
B
Dominicanen
C
Franciscanen
D
Cisterciënzers
Slide 23 - Quizvraag
Welke orde hecht veel waarde aan eenvoud en zelfvoorzienendheid?
A
Dominicanen
B
Cisterciënzers
C
Franciscanen
D
Benedictijnse orde
Slide 24 - Quizvraag
Wie is de grondlegger van de Benedictijnse orde?
A
Benedictus van Nursia
B
Dominicus Guzmán
C
Robert van Molesme
D
Franciscus van Assisi
Slide 25 - Quizvraag
In welke eeuw werden de eerste kloosters gesticht?
A
6e eeuw
B
5e eeuw
C
4e eeuw
D
7e eeuw
Slide 26 - Quizvraag
Samenvatting
In deze les hebben we geleerd over de drie geloftes van kloosterlingen, de betekenis van het woord 'klooster', en de ontstaansgeschiedenis van christelijke kloosterorden.
Slide 27 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 28 - Open vraag
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 29 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.