In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
8.2 Koolstofkringloop
Slide 1 - Tekstslide
Wat leer je deze les?
Je leert dat koolstof in een kringloop rond gaat
Je leert het verband tussen het versterkte broeikaseffect en verzuring.
Slide 2 - Tekstslide
Is C6H12O6 organisch of anorganisch?
A
organisch
B
anorganisch
Slide 3 - Quizvraag
organische stoffen
bevatten C,H,O (N,S,P), zoals glucose, eiwitten, vetten, ATP, DNA etc
of: bevatten C en H : propaan methaan etc
Slide 4 - Tekstslide
Koolstofkringloop
De koolstofkringloop gaat over het doorgeven van het element koolstof (C) Het kan o.a. voorkomen in koolstofdioxide (CO2) en glucose (C6H12O6)
CO2 ontstaat bij dissimilatie (verbranding) en wordt gebruikt voor de fotosynthese. Glucose ontstaat bij de fotosynthese.
Slide 5 - Tekstslide
Hoort het proces waarbij brooddeeg rijst door gist bij de C-kringloop, de N-kringloop of beide?
A
Bij de koolstofkringloop
B
Bij de stikstofkringloop
C
Bij beide kringlopen
Slide 6 - Quizvraag
Hoort het proces waarbij kalkrotsen verweren tot de C-kringloop, de N-kringloop of beide?
A
Bij de koolstofkringloop
B
Bij de stikstofkringloop
C
Bij beide kringlopen
Slide 7 - Quizvraag
Kalkrotsen
Kalk is de stof calciumcarbonaat: CaCO3.
Slide 8 - Tekstslide
Snelle koolstofkringloop
Koolstof gaat van de producenten, naar de consumenten. Van de consumenten, rechtstreeks of via reducenten weer
naar de producenten.
Slide 9 - Tekstslide
Langzame koolstofkringloop
een deel van het organische materiaal wordt opgenomen in de bodem. Hiervan onstaan fossiele brandstoffen als steenkool en aardolie. Dit is een langzaam proces (miljoenen jaren).
Slide 10 - Tekstslide
Langzame koolstofkringloop
Kalkgesteente (CaCO3) is ontstaan uit kalkhoudende overblijfselen van in de zee levende organismen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
BINAS 93F
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Slide 15 - Tekstslide
Welke pijl hoort uitsluitend bij de langzame koolstofkringloop? Noem alleen het nummer.
Slide 16 - Open vraag
BINAS 93F
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Slide 17 - Tekstslide
CO2 en broeikaseffect
Het versneld vrijmaken van CO2 uit de langzame koolstof kringloop verhoogt het CO2 gehalte in de atmosfeer.
Slide 18 - Tekstslide
Effect van CO2 op het klimaat
CO2 is een broeikasgas
Broeikasgassen vormen een deken om de aarde die de stralingswarmte terugkaatst.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Broeikasgassen
CO2
Methaan
Ozon
N2O (lachgas)
Waterdamp
Hoe groter de hoeveelheid broeikasgassen hoe groter het broeikaseffect -> versterkt broeikaseffect.
Slide 21 - Tekstslide
Broeikasgassen
Het vermogen van de gassen om bij te dragen aan het broekaseffect wordt uitgedrukt in GWP (Global Warming Potential).
GWP van CO2 is gesteld op 1, de GWP van methaan is 25, die van ozon is 1000, die van N2O is 265
Slide 22 - Tekstslide
Koolstof voorraden (sinks)
Fossiele brandstoffen
Permafrost gebieden
Bodem van de oceaan
Kalkgesteenten
Biomassa
Langzame koolstofkringloop
Snelle koolstofkringloop
Slide 23 - Tekstslide
Methaan en broeikaseffect
Methaan (CH4) komt vrij bij de veeteelt (koeien boeren *), landbouw, verbranden fossiele brandstoffen, afvalstortplaatsen (anaerobe afbraak), ontdooien permafrost.
(*) Eén Nederlandse koe stoot gemiddeld ongeveer evenveel methaan uit als de CO2 van een gemiddelde personenauto, die 15.000 km per jaar rijdt.
Slide 24 - Tekstslide
Lachgas en broeikaseffect
Lachgas (N2O) komt vrij door bacteriewerking in de oceanen en door uitspoeling van nitraat.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Herhaling C-kringloop
In de volgende slides worden de C-kringloop en belangrijke begrippen nogmaals uitgelegd.