Meervoud zelfstandig naamwoord_hvvwo2

Meervoud zelfstandige naamwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Welke regel(s) voor het meervoud hoort bij welk geslacht?
Weiblich
Männlich
Sächlich
zelfstandig naamwoord + e
(+ Umlaut op a, u, o, au)
zelfstandig naamwoord + n / + en of +nen
zelfstandig naamwoord + e
zelfstandig naamwoorden die eindigen op -el,-er, en geen verandering
zelfstandig naamwoorden + s bij woorden die eindigen op -y, -o, -a 

Slide 2 - Sleepvraag

het meervoud van
der Satz
A
die Sätze
B
die Satze

Slide 3 - Quizvraag

die Oma
A
die Oma's
B
die Omas

Slide 4 - Quizvraag

het meervoud van
der Sohn
A
die Söhne
B
die Sohnen

Slide 5 - Quizvraag

het meervoud van
Maler (= schilder)
A
die Malers
B
die Maler

Slide 6 - Quizvraag

het meervoud van
der Ball

Slide 7 - Open vraag

das Pferd

Slide 8 - Open vraag

Maak het meervoud van
die Pause

Slide 9 - Open vraag

het meervoud van
das Handy

Slide 10 - Open vraag

Maak het meervoud van:
die Lehrerin
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Macht das Buch auf: 
Seite 86/ Aufgabe 27, 29 & 30

Slide 12 - Tekstslide