Les 57 Bespreking vragen 57

1 / 14
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Programma
Controle huiswerk
Doornemen vragen 1 t/m 12, pagina 118-119


Uitleg paragraaf 57: argumenten beoordelen
Maken opdrachten paragraaf 57

Slide 2 - Tekstslide

Pak je boek 
Ga naar pagina 118

Slide 3 - Tekstslide

  • Antwoord
  • De Hobbit is geschreven door J. R. R. Tolkien. Het hoofdpersonage is Bilbo Balings. Het boek speelt zich af vóór de In de ban van de Ring-serie.
Vraag 1
Lees de recensie over De Hobbit
Welke informatie (feiten) geeft de schrijver over het boek?

Slide 4 - Tekstslide

Wat vindt de schrijver van De Hobbit?
  • De schrijver vindt het boek De Hobbit indrukwekkend en mooi.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom vindt de schrijver het een mooi en indrukwekkend boek?
  1. Het boek is prachtig geschreven
  2. Het boek zorgt voor genoeg stof om te filosoferen

Slide 6 - Tekstslide

Noem twee kenmerken van een feit
  1. Een feit is iets dat echt gebeurd is of echt waar is
  2. Je kunt een feit bewijzen of controleren

Slide 7 - Tekstslide

Waar staat in de tekst over Amsterdam de mening van de schrijver?
  1. De mening van de schrijver staat in alinea 4 en 5
  2. De mening van anderen staat in alinea 1 en 2

Slide 8 - Tekstslide

In welke alinea staan voornamelijk feiten?
  1. In alinea 3 staan voornamelijk feiten
  2. Feit 1: in 1900 woonden er meer dan 80 duizend mensen in de Jordaan
  3. Feit 2: nu wonen er 20 duizend mensen in de Jordaan

  • Waarom zijn het feiten?
  • De genoemde feiten zijn controleerbaar

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de mening van de schrijver over de drukte in
Amsterdam? En wat is de mening van anderen
daarover?
  • De mening van de schrijver is dat het nu niet per se drukker is dan vroeger in Amsterdam. Amsterdam is juist een bruisende stad. 
  • De mening van anderen is dat Amsterdam veel te druk is en dat je je eigen stad niet meer herkent.

Slide 10 - Tekstslide

Zoek bij elke mening die je gevonden hebt bij vraag 8
twee argumenten. Leg uit waarom dit argumenten zijn.

Argument 1: vroeger was het niet minder druk in Amsterdam
Argument 2: Al die toeristen is goed voor de economie, cultuur en het vertier van de stad


Argumenten bij de mening van anderen: je hoort bijna geen Nederlands meer op straat en de huizenprijzen zijn vreselijk.







Slide 11 - Tekstslide

10 Lees onderstaande zinnen uit de tekst. Zijn het feiten
of niet? Leg uit.

a. Er is de laatste jaren veel gejeremieer over de drukte in Amsterdam.
b. In 1900 wooden er meer dan 80 duizend mensen in de Jordaan.
c. Wat Amsterdam juist zo bruisend maakt, is dat iedereen ernaartoe komt, overal vandaan.
d. En als je het te druk vindt, ga dan gewoon lekker ergens anders wonen.
  • a. geen feit
  • b. feit, je kunt het controleren
  • c. Nee, het is de mening van iemand
  • d. Geen feit, het is de mening van iemand

Slide 12 - Tekstslide

Lees de twee uitspraken hieronder. Wat is in deze uitspraken de mening en met welke argumenten wordt  die mening onderbouwd?

a 'Ik vind dat inwoners van Amsterdam meer beschermd moeten worden tegen de drukte van toeristen. Straks is het te druk en wil niemand meer wonen in Amsterdam. Dan wordt het een soort openluchtmuseum.'

b 'Niemand vindt het leuk om steeds maar toeristen door zijn straat te zien lopen. Ik vind dat inwoners van Amsterdam meer beschermd moeten worden tegen de drukte van toeristen.'
  • a Mening: Ik vind dat inwoners van Amsterdam meer beschermd moeten worden tegen de drukte van toeristen. Argumenten: Als het te druk wordt, wil niemand meer in Amsterdam wonen en wordt het een soort openluchtmuseum.

  • b. Mening: Ik vind dat inwoners van Amsterdam meer beschermd moeten worden tegen de drukte van toeristen. Argument: Niemand vindt het leuk om steeds maar toeristen door zijn straat te zien lopen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat vind jij van het toerisme in Nederland?
Geef minstens één argument bij je mening
Ik vind dat toeristen een flinke boete moeten krijgen als ze rotzooi op straat gooien. Ze laten nu alles staan en is het een grote puinhoop.  

Slide 14 - Tekstslide