de vervloeking van Kanaän (Genesis 9:25-27) betekende dat zwarte Afrikanen tot slavernij waren voorbestemd
paus Nicolaas V gaf toestemming tot het tot slaaf maken van niet-christenen, zoals inheemsen en moslims (de Saracenen), zie de bullen Dum Diversas (1452) en Romanus Pontifex (1455). De 13e-eeuwse 'terechte titels' voor het houden van slaven, zoals personen buitgemaakt in een 'rechtvaardige oorlog' of vanwege een 'begane misdaad', werden nooit aangevochten en zijn door paus Benedictus XIV in 1741 nog eens bekrachtigd, wat de invoer van slaven uit Afrika juist rechtvaardigde