korte quiz theorie fictie

korte quiz theorie fictie
We frissen jullie geheugen even op. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

korte quiz theorie fictie
We frissen jullie geheugen even op. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent;
Het verhaal is realistisch?
A
Het is fantasy.
B
Het zou echt gebeurd kunnen zijn.
C
Het is helemaal echt gebeurd.
D
Niets is verzonnen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent fictie?
A
Verzonnen verhaal
B
informerende tekst

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen genre?
A
Detective
B
Thriller
C
Drama
D
pesten

Slide 4 - Quizvraag

Hoe weet je wie de hoofdpersoon is in een boek?

Slide 5 - Open vraag

Hoe noem je de personen in een boek die niet de hoofdpersoon zijn?
A
Bijzaken
B
perspectief
C
Bijfiguren
D
Verteller

Slide 6 - Quizvraag

Welke 3 vertel perspectieven ken je?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent chronologisch?
A
Alles staat in de goede volgorde
B
Er zijn flash backs
C
Er zijn tijd sprongen
D
Alles staat door elkaar

Slide 8 - Quizvraag

De gebeurtenissen in het boek "Spijt" worden niet chronologisch verteld
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Noem 3 manieren om spanning in een verhaal op te bouwen.

Slide 10 - Open vraag

Weten jullie het weer?
We gaan verder met lezen.

Slide 11 - Tekstslide