We zijn inmiddels gewend aan de school en aan elkaar.
Daarom verwacht ik nu meer van jullie dan aan de start van het jaar.
We hebben vorige keer daarom de volgende afspraken gemaakt...
Slide 2 - Tekstslide
Afspraken...
Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.
Afspraak: 3 streepjes op bord = melden in eigen tijd.
Slide 3 - Tekstslide
Toets schrijven 1
1d > vrijdag 19 januari.
1e vrijdag 19 januari.
Gebruik bij het leren het leerblad dat in Som2day staat.
Slide 4 - Tekstslide
Programma
Les 5 en 6 af? Laten zien. Als het af is, mag je iets voor jezelf doen.
Tot 14:15 is het helemaal stil.
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik
Vorige keer hebben we het o.a. gehad over:
Waarom het belangrijk is om goed te kunnen schrijven.
De 6 kenmerken van een goede tekst.
WH-vragen.
Spelling
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn ook alweer kenmerken van een goede tekst?
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken van een goede tekst
Goede inhoud (= de informatie klopt).
Goede opbouw (inleiding, kern, slot).
Goede toon (= de manier waarop je het zegt).
Zinnen die kloppen.
Juiste spelling.
Goede lay-out (= hoe de tekst eruitziet).
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn ook alweer WH-vragen?
Slide 9 - Tekstslide
Een ervaring kun je vertellen met wh-vragen.
Wie ... ?
Wat ... ?
Waar ... ?
Wanneer ... ?
Waarom ... ?
Hoe ... ?
Die vragen kun je gebruiken om een ervaring te beschrijven.
Slide 10 - Tekstslide
Werkwoordspelling
We hebben het gehad over de spelling van werkwoorden. We gaan eens kijken of je de goede en foute werkwoorden uit een aantal zinnen kunt halen...
Slide 11 - Tekstslide
Oefening werkwoordspelling
In welke zin is het werkwoord goedgeschreven?
Ik wordtlater rijk.
Jij loopt naar school.
Gisteren wandeldewij door het park.
Ik heb vorige week mijn diploma gehaalt.
Slide 12 - Tekstslide
Denkstappen werkwoord worden
Werkwoord = worden> stam = word
Enkelvoud
Ik-vorm > stam Ik word
Jij/hij/zij/het > stam+t Jij/hij/zij/het wordt
Meervoud
Wij > hele werkwoord wij worden
Jullie > hele werkwoord jullie worden
Slide 13 - Tekstslide
Denkstappen werkwoord wandelen
Je moest de verleden tijd invullen. Dat kon je zien aan het woord gisteren.
Voor de verleden tijd geldt:
Enkelvoud > zonder n > ik/jij/hij/zij wandelde
Meervoud > met een n > wij/jullie wandelden.
Slide 14 - Tekstslide
Denkstappen werkwoord halen
Om te weten of een voltooid deelwoord eindigt op een d of een t gebruik je 't Kofschip X. Dat gaat zo:
Het werkwoord is halen.
Daar gaat -en vanaf. Dan staat er hal.
De L is de laatste letter. De zit niet in 't Kofschip X en daarom eindigt het voltooid deelwoord op een d.
Slide 15 - Tekstslide
We gaan over naar iets nieuws: feedback
Wat is feedback volgens jou?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Opdrachten van les 5
Maak opdracht 1, 3 en 4 van les 5.
Vragen? Steek je vinger op.
Klaar? Begin aan les 6.
Met oortjes in werken mag, als je maar aan het werk blijft.
Slide 18 - Tekstslide
Feedback geven
Feedback gaat over wat er goed is gedaan of gegaan en over wat nog aandacht nodig heeft om het te verbeteren. Het is dus niet iemand afkraken, maar je geeft iemand tips om het volgende keer beter te doen.