Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
ONP10 - 15 oktober
Ik heb hem daar toen zien lopen
Wie is
hem
?
Wie is
daar
?
Wanneer is
toen
?
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Beroepsopleiding
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Ik heb hem daar toen zien lopen
Wie is
hem
?
Wie is
daar
?
Wanneer is
toen
?
Slide 1 - Tekstslide
Ik weet dat Peter gisteren in Rotterdam was.
Ik heb
hem
daar
toen
zien lopen.
Slide 2 - Tekstslide
'ik', 'hem', 'daar' en 'toen' zijn verwijswoorden. Welke verwijswoorden ken je nog meer?
Slide 3 - Open vraag
Persoonlijke voornaamwoorden
ik, jij/je, u, hij, zij, het, wij/we, jullie, zij
mij/me, jou/je, u, hem, haar, het, ons, jullie, hen/hun
Slide 4 - Tekstslide
Lianne geeft een boek aan de buurman.
__ geeft een boek aan __
Slide 5 - Open vraag
Alle cursisten hebben het boek gelezen.
__ hebben __ gelezen.
Slide 6 - Open vraag
Bezittelijke voornaamwoorden
mijn, jouw/je, uw, zijn, haar, ons/onze, jullie, hun
Slide 7 - Tekstslide
Hij kon het huiswerk niet maken, want __ boek was kwijt.
Slide 8 - Open vraag
De kinderen ruimen __ kamer op.
Slide 9 - Open vraag
Aanwijzende voornaamwoorden
die, deze, dit, dat
die tafel (de-woord, dichtbij)
deze tafel (de-woord, ver weg)
dit boek (het-woord, dichtbij)
dat boek (het-woord, ver weg
Slide 10 - Tekstslide
Ik draag __ zwarte schoenen en __ rode jasje.
Slide 11 - Open vraag
__ café aan de overkant is leuker dan __ restaurant hier.
Slide 12 - Open vraag
Bijwoorden van tijd en plaats
tijd: toen, dan, ...
plaats: hier, daar, er, ...
Slide 13 - Tekstslide
Gisteren was ik te laat. Het was __ heel druk op de weg.
A
dan
B
toen
Slide 14 - Quizvraag
In de hoek van het lokaal zit een muis. Die heb ik daar gisteren ook al gezien.
Wat betekent 'daar'?
Slide 15 - Open vraag
Ik heb het boek meegenomen uit de bibliotheek toen ik het zag liggen.
Wat betekent 'het'?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Vincent van Gogh
-
1853 - 1890
beroemde Nederlandse schilder
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
aanwijzende voornaamwoorden achtervoegsels
December 2019
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
B1 les 46 (verwijswoorden)
March 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
NT2 aanwijzende voornaamwoorden (les 16 basisgramm)
December 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Basisschool
Groep 2
Leerjaar 1
Aanwijzend voornaamwoord OEFENINGEN
December 2023
- Les met
24 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Verwijswoorden
December 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Aanwijzend voornaamwoord
October 2023
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Verwijswoorden
April 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
LES 46 - HOE GEBRUIK JE VERWIJSWOORDEN?
March 2025
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1