T1C week 7

Nederlands 
11 februari
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
11 februari

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Lesdoel: je hebt kennis van de literaire begrippen en kunt een inleiding schrijven bij je boekverslag.

- Literaire begrippen bespreken
- Werken aan je boekverslag
- Oefentoets lezen blok 3 en 4 maken

Slide 2 - Tekstslide

Literaire begrippen
Motieven: abstracte en concrete motieven
Personages: round en flat character
Perspectief: ik, personaal, auctoriaal
Stijl: manier van schrijven
Thema: 'waar gaat het verhaal over?'
Titelverklaring: 'wat betekent de titel?'

Slide 3 - Tekstslide

Een telkens terugkerende rode auto is een:
A
abstract motief
B
concreet motief

Slide 4 - Quizvraag

Een telkens terugkerend gevoel is een:
A
abstract motief
B
concreet motief

Slide 5 - Quizvraag

Een personage dat een groei in persoonlijkheid doormaakt is een:
A
flat character
B
round character

Slide 6 - Quizvraag

Voldemort is een:
A
flat character
B
round character

Slide 7 - Quizvraag

'Ik liep naar het lokaal toe. Ik wist toen al dat ik een 8 voor de toets zou gaan halen, zo goed had ik geleerd.'
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief

Slide 8 - Quizvraag

'Piet liep naar zijn werk. In zijn zak zat de reservesleutel van zijn auto. Zijn andere sleutel was hij gister verloren.'
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief

Slide 9 - Quizvraag

Piet: 'Gister ben ik mijn huissleutel verloren.'
Achmed: 'Heb je nog een reservesleutel?'
Vervolgens liep hij met Piet mee naar huis, zodat hij kon helpen met het zoeken van de sleutel in de tuin.
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
auctoriaal perspectief

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht (30 minuten)
Schrijf voor jezelf op: over welk boek ga je het boekverslag schrijven en geef ook alle algemene informatie (schrijver, uitgeverij, jaar van uitgave). 

Schrijf een titel van je verslagen een inleiding.
Wat moet er in een inleiding?
- Algemene informatie
- Informatie over het verhaal
- Vertel wat je gaat doen
- Vertel welke begrippen je gaat gebruiken

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht (30 minuten)
Maak de oefentoets lezen op classroom.

Je mag oefenen terwijl je de bijlage gebruikt, die staat ook op classroom.

Deze bijlage krijg je erbij bij de toets!

Slide 12 - Tekstslide