ordening oefen toets

oefentoets ordening

Ordenen:

(ordende, heeft geordend),
1. regelen, in of op orde brengen, (rang) schikken: aantekeningen ordenen.

Berichtje

Zorg ervoor dat je deze oefentoets geconcentreerd maakt. Neem goed de tijd. 

Je maakt dit in alle stilte en gaat niet overleggen.

Succes! 

Wat is:
Ordenen van organismen?

Al het leven op aarde wordt eerst verdeeld in twee hoofdgroepen.
Welke hoofdgroepen zijn dit?

Wat is het verschil tussen prokaryoten en eukaryoten?

Wanneer behoren organismen tot dezelfde soort?

Gesloten vragen.

Schimmels zijn:

1. Altijd eencellig.
2. Eencellig of meercellig.

Tot welke hoofdgroep behoort
deze cel?

1. Planten
2. Dieren
3. Prokaryoot
4. Eukaryoot

Onder welk rijk valt een
organisme met dit soort cellen?

1. Planten
2. Protozoa
3. Schimmels
4. Dieren

protozoa & dieren hebben hebben geen celwand

protozoa = eencellige eukaryoot

planten hebben ook bladgroen

Sleep van groot naar klein

1

2

3

4

5

Orden

Klassen

Rijken

Soorten

Stammen

De Prokaryoten worden ingedeeld in:

1. 2 rijken
2. 3 rijken
3. 4 rijken
4. 5 rijken

Welke groep heeft geen celwand?

1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Planten
4. Dieren

Je kijkt door een microscoop en ziet een cel met een celmembraan. Welke conclusie kun je nu trekken

1. Dit is een cel van een plant of dier
2. Dit is een cel van een schimmel of bacterie
3. Dit is een cel van een plant of schimmel of dier
4. Dit kan een cel van elk organisme zijn

Iedere slak heeft een uitwendig skelet.

1. Juist
2. Onjuist

Deze eencellige is...

1. Veelzijdig symmetrisch
2. Enkelvoudig symmetrisch
3. Niet-symmetrisch
4. Tweezijdig symmetrisch

Een kwal heeft geen skelet, is veelzijdig symmetrisch en leeft in het water.
Bij welke stam van de dieren hoort een kwal?

1. Sponzen
2. Neteldieren
3. Stekelhuidigen
4. Wormen

Tot welke Stam hoort het organisme dat hiernaast staat weergegeven?

1. Holtedieren
2. Sponzen
3. Geleedpotigen
4. Gewervelden

Slakken en mossels hebben een uitwendig skelet in de vorm van een huisje of schelp. Ze zijn tweezijdig symmetrisch.
Tot welke stam horen deze organismen?

1. Wormen
2. Weekdieren
3. Sponzen
4. Geleedpotigen

Welk van deze dieren heeft een uitwendig skelet?

7

1. zeester
2. slak
3. vleermuis
4. Alle drie

Het dier hiernaast hoort in de stam van de ...

1. amfibieën
2. weekdieren
3. reptielen
4. gewervelden

Deze groep planten hebben geen stengel, blad, bloem of wortel.

1. Mossen
2. Wieren
3. Zaadplanten
4. Vaatplanten

Hier zien we een...

1. Alg
2. Naaktzadige
3. Sporenplant
4. Wier.

Bij welke stam van de planten liggen er sporenhoopjes aan de onderkant van bladeren?

1. Mossen
2. Paardenstaarten
3. Varens
4. Zaadplanten

Welke celkenmerken
komen voor bij de cellen van een plant?

1. Celwand en bladgroenkorrels
2. Celwand, celkern en bladgroenkorrels
3. Celkern en bladgroenkorrels
4. Celwand en celkern

Hoe planten boomalgen zich voort?

1. Door deling.
2. Door eieren
3. Door sporen
4. Door zaden

Evaluatie

Welke vraag vond je het lastigst?

Welk cijfer verwacht je gehaald te hebben bij deze oefentoets?

Helemaal klaar?

Kijk naar je planner en maak de opdrachten af die jij nog niet af hebt

Maak flitskaarten om te leren voor het PW