Taalverzorging hoofdstuk 2

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm

Slide 2 - Tekstslide

Aantekening taalverzorging
Je leert de persoonsvorm van een zin vinden

Een persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Je vindt de PV door de zin in een andere tijd te zetten.
Voorbeeld:
De klas leest een boek. --> De klas las een boek.

Leest verandert in las. Leest is de PV.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Boris en Mieke gaan elke vrijdag naar basketbal.
A
Boris
B
Mieke
C
gaan
D
basketbal

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Ik koop een kaartje voor het concert.
A
ik
B
koop
C
een kaartje
D
concert

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Jay wordt met de auto naar de bioscoop gebracht.
A
Jay
B
wordt
C
de auto
D
gebracht

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Morgen zullen we onze kamer moeten opruimen.
A
onze kamer
B
moeten
C
opruimen
D
zullen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
De politie waarschuwt voor zakkenrollers tijdens een festival.
A
de politie
B
zakkenrollers
C
waarschuwt
D
een festival

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Gisteren ben ik naar de stad gefietst.
A
gisteren
B
ben
C
ik
D
gefietst

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Hoe gaat het met jou?
A
hoe
B
gaat
C
het
D
jou

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Mijn broertje en ik hadden vorige week erge ruzie.
A
Mijn broertje
B
ik
C
hadden
D
ruzie

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Het wordt tijd dat het weer vakantie is.
A
wordt
B
tijd
C
vakantie
D
is

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Jullie gaan allemaal een 10 halen voor taalverzorging.
A
jullie
B
een 10
C
gaan
D
halen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Mevrouw van Kessel heeft de allerbeste klas.
A
Mevrouw van Kessel
B
heeft
C
allerbeste
D
klas

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf een zin.

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Persoonsvorm
Wat is een persoonsvorm?
Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 17 - Tekstslide

Aantekening taalverzorging
Je leert de persoonsvorm van een zin vinden

Een persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Je vindt de PV door de zin in een andere tijd te zetten.
Voorbeeld:
De klas leest een boek. --> De klas las een boek.

Leest verandert in las. Leest is de PV.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de startopdracht op bladzijde 70
Maak opdracth 1 t/m 5 op bladzijde 70 en 71

Klaar? Lezen in jouw leesboek.

Dit is huiswerk voor donderdag. --> Morgen valt de les uit. Jullie zijn morgen om 13:45 klaar!

Slide 19 - Tekstslide