H-1 paragraaf 2

Vandaag

• Terugblik paragraaf 1.1
• Nakijken paragraaf 1.1 --> Google Classroom
• Oefentoets procent rekenen
• LessonUp paragraaf 1.2
• Opdrachten maken

Terugblik par. 1.1

Welke productiefactor wordt gemaakt met andere productiefactoren?

1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal
4. Ondernemerschap

Welke bedrijven produceren een goed?

1. Supermarkt
2. Autofabrikant
3. Middelbare school
4. Verzekeringsmaatschappij

Wat zijn jouw middelen?

1. Je behoeften
2. Je inkomen en spaargeld
3. Het aanbod in winkels

Welke voorbeelden zijn voorbeelden van een productiefactor?

1. Oven bij jou thuis
2. Auto waarmee de post besteld wordt
3. Water in de parkvijver
4. Auto van je moeder

Vraag 13

a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?

1. Ik zie --> ...........

2. Ik weet --> ...........

3. Dus --> ...........

Vraag 13

a. Hoe kun je uit de grafiek afleiden dat de consumptie in januari 2018 hoger was dan januari 2017?

1. Ik zie --> ...........

2. Ik weet --> ...........

3. Dus --> ...........

Antwoord: De staven geven een procentueel verschil aan ten opzichte van een jaar eerder. 1,7% hoger dan een jaar eerder in 2017.

Nakijken paragraaf 1.1

Het nakijkmodel staat op Google Classroom

Maken oefentoets procent rekenen

Een boek is gemaakt van............

Papier is gemaakt van

Wat maak je nog meer van papier?

Budgetlijn

• Budget: € 10
  
  Wat kost een belminuut?
  Wat kost een sms? 

Budgetlijnen kunnen om verschillende redenen verschuiven/veranderen, namelijk

Teken de keuzes in een budgetlijn een stuur je antwoord op.

Om een keuze te maken moet je overzicht hebben wat er te kiezen valt. 

Daarnaast kun je maak één keer je geld uitgeven.

Een overzicht van je verwachte verwachte inkomsten en verwachte uitgaven noemen we een BEGROTING

Een begroting stel je bijvoorbeeld op per maand.

Rekenen tussen periodes

Geef een berekening hoe je van €4 per week naar een maand uitrekent.

Geef een berekening hoe je van €10 per 2 weken uitreken hoeveel dat is per kwartaal

Wat doe jij met je geld?

Waarom is dit nu allemaal zo verrekte handig om te weten?

H-1 paragraaf 2

Opgaven maken:

4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10. 

Blz. 14, 15, 16 en 17.