Eerste les 2425 - fictie versus non-fictie

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!


Telefoon in Zakkie + in je tas
Pen & papier op tafel
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Agenda
  • Voorstellen: mevrouw Lingbeek (& mevrouw Willemse)
LessonUp code: hdyvs
  • Deze periode
  • Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorstellen
Ik deel zo een werkblad uit

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze periode




Leren, inzien en herkennen dat er schoonheid gevonden kan worden in de realiteit doordat een schrijver een bepaalde invalshoek (doel), stijl of structuur toepast.

Ook werken we in NUMO aan grammatica/woordenschat/spelling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statement of inquiry
When beauty is created with style, purpose, and structure the reflection of reality may be enhanced.
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Related Concepts =
Purpose
Style
Structure

Key Concept =
Creativity, aesthetics, form
Global Concept = Personale and 
cultural expression

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Non-fictie

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen van vandaag
1. Je weet het verschil tussen fictie en non-fictie
2. Je kunt een tekst lezen en analyseren en bepalen of het fictie of non-fictie is

Slide 11 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Fictie of 
non-fictie?


De naam van Groenland betekent “Het land van de mensen.” Bijna 80 procent van de landmassa is bedekt met een ijskap en gletsjers. Het overige oppervlak van het land dat ijsvrij is, is qua oppervlakte vergelijkbaar met de oppervlakte van Zweden.

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Fictie of 
non-fictie?


Toen ook de laatste bessen waren verdeeld, smolten de moeders sneeuw om daarmee de buiken van hun kinderen te vullen. De volwassenen kauwden op oude laarzen en dronken de zeehondentraan die bedoeld was om de lampen te laten branden. Iedereen ploos de ijsberenvachten na op luizen - als ze er een vonden werd die meteen opgegeten.

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Aan de slag
timer
8:00
Hulp?
Google

Klaar?
Hand omhoog, ik geef je een nieuwe opdracht
Opdracht
Werk in tweetallen; ga naar www.ijsbarbaar.nl.
Bekijk de website goed en zorg ervoor dat je straks wat kunt vertellen over het boek. Is het fictie of non-fictie? Waar gaat het over? Je mag ook naar andere websites gaan als je iets wilt opzoeken. 

Slide 14 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Wat is het grootste verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je fictie moeten lezen? Wat heb je daar aan als lezer?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je non-fictie moeten lezen? Wat heb je daar aan als lezer?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fictie schrijven = hetzelfde
als liegen
timer
5:00
0100

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Ik lees een hoofdstuk voor uit Ijsbarbaar..


Volgende les: met mevrouw Willemse

Slide 21 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Voorbeeld

In mijn buik woont een draak, heel klein,
Hij wordt rood en heet van binnenin.
Als ik boos ben, voelt hij groot,
Maar ik weet, hij gaat weer dood.

Met een diepe zucht, heel zacht,
Blust hij zelf zijn vuurkracht.
En mijn buik wordt rustig weer,
De draak slaapt in, keer op keer.
ogen, benen, armen, hoofd, rug, schouders, neus, oren 

Slide 22 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
timer
1:00
Hulp?
Docent
Buur
Klaar?
Hand omhoog en ik kom naar je toe
Opdracht
Schrijf zelf ook een kort gedicht (minimaal 8 volledige zinnen)
1. Kies uit: ogen, benen, armen, hoofd, rug, schouders, neus, oren 
2. Kies een gevoel

Slide 25 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 26 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
    Begrippen uit deze les
  • Voorzetzel
  • Gedicht
  • Gevoel
  • ...

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket;
Stel, we schrijven morgen weer een gedicht. Waar gaat die van jou dan over? En waarom?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies