25 januari 2024

Programma 25 januari 2024
klasdoorbrekend lezen
DISK
pauze
ontleden
hoofdsteden van Europa
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma 25 januari 2024
klasdoorbrekend lezen
DISK
pauze
ontleden
hoofdsteden van Europa

Slide 1 - Tekstslide

Technisch lezen M5
Woordrijtjes
Lezen: Breakdance in Moskou
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Morgen toets thema 16

Slide 4 - Tekstslide

PAUZE

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm en onderwerp
In iedere zin staat een onderwerp en een persoonsvorm.
De persoonsvorm is een werkwoord.
Voorbeeld: Mevrouw Hanneke eet een appel.
Wat is het werkwoord?
…                                                                                                          Dat is de persoonsvorm (pv)

Nu kunnen we vragen:
Wie + persoonsvorm?
Wie … ?
Het antwoord is: Mevrouw Hanneke.                                 Dat is het onderwerp (o)








Slide 6 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Nu kunnen we vragen:
 

Wat + persoonsvorm + onderwerp?

Wat eet mevrouw Hanneke?
Het antwoord is: een appel.                                                      Dat is het lijdend voorwerp (lv)




Slide 7 - Tekstslide

meewerkend voorwerp
In sommige zinnen staat ook een meewerkend voorwerp.
Mevrouw Hanneke geeft haar leerlingen een toets. Wat is de pv? Het o? Het lv?
Nu kunnen we vragen:
Aan wie geeft mevrouw Hanneke een toets?
Antwoord: ....................                                                            Dat is het meewerkend voorwerp (mv)

Soms staat er in de zin aan of voor.
Voorbeelden: Voor mijn moeder maak ik een lekkere taart. Deze bloemen geef ik aan jou.
Soms kun je aan erbij denken.
Voorbeeld:
Ik geef je bloemen.















Slide 8 - Tekstslide

Nu gaan we kleuren
Kleur de persoonsvorm blauw.
Kleur het onderwerp geel.
Kleur het lijdend voorwerp groen.
Kleur het meewerkend voorwerp rood.



Slide 9 - Tekstslide

Maak nu de oefening.
Let op: je hebt een blauw, een geel, een groen en een rood potlood nodig.

Slide 10 - Tekstslide


Landen en hoofdsteden van Europa

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Deze les gaat over:
* de hoofdsteden van landen in Europa


Na deze les:

Kun je steden opzoeken in de atlas.
Ken je de hoofdsteden van Europa.

De kaart van Europa

Slide 13 - Tekstslide

Doen
Vul het werkblad in. Je mag de atlas gebruiken.




timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting van de les

rood: noem een land van Europa.

blauw: noem een hoofdstad van Europa.

geel: noem een rivier van Europa.

Slide 15 - Tekstslide