Psychosen

Les 4 - Psychoses
Verdieping op profiel PBSD
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
PsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 4 - Psychoses
Verdieping op profiel PBSD

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblikken

  • Lesdoelen

  • Theorie 

  • Opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt beter meegaan in de waan van Een cliënt met psychose. Hij voelt zich beter begrepen en komt tot rust

Slide 5 - Open vraag

Hoe ontstaan psychosen denk je?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Ontstaan psychosen
  • Vaak in de adolescentie of vroeg volwassenheid
In samenhang met psychiatrisch ziektebeeld


  • Langdurige/ernstige stress
  • Traumatische gebeurtenissen
  • Infecties in de baarmoeder, trauma’s rond geboorte
  • Psychose = erfelijke genetische factoren én persoonlijke omstandigheden
  • Denk aan de les van vorige week (hechtingsstoornis) 



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is een psychose?
Een psychose is de beleving van de zorgvrager welke niet in de realiteit staat met de werkelijkheid. (ernstige verstoring van het denken)
Hierdoor ervaren zorgvragers andere emoties, waarnemingen en gedachtes dan gebruikelijk.

Belangrijk: De beleving van de zorgvrager is dus anders dan de werkelijkheid. Maar voor hen is dit dus wel de werkelijkheid!

 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn dus de oorzaken?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Je hebt net de video gezien waarin je een psychose kon gaan ervaren. Hoe omschrijf je jouw ervaring?
Beangstigend
Verwarrend
Neutraal

Slide 12 - Poll

Benoem de symptomen welke opvielen uit de video

Slide 13 - Open vraag

Definitie
  • Iemand is het normale contact met de realiteit kwijt
  • Ernstige verstoring van informatieverwerking
  • Samenhang tussen gedachten, gevoelens en verlangens gaat verloren
  • Binnen en buitenwereld lopen in elkaar over, men verliest de grip

  • Dit heeft ingrijpende gevolgen voor persoon en omgeving







Slide 14 - Tekstslide

Verschijnselen
  • Hallucinaties


  • Zintuigelijke prikkels waarnemen die er niet zijn


  • Wanen


  • Ideeën en overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met die van anderen die op dat betrokken zijn


  • Verwardheid


  • Desorganisatie van het denken, denken gaat te langzaam, te snel of chaotisch. Moeite met begrijpen en concentratie


Slide 15 - Tekstslide

Andere verschijnselen
  • Onverklaarbare verandering in sociaal functioneren met bijvoorbeeld terugtrekking uit sociale leven


Veranderingen in persoonlijkheid, die nog niet als psychotisch kunnen worden aangemerkt, zoals:
  • achterdocht
  • vreemde ideeën
  • snel geïrriteerd zijn
  • twijfels over geloof en zingeving
  • het gevoel dat er “iets” staat te gebeuren

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Dhr Psy 24 jaar
  • Doet opleiding detailhandel
  • Voetbalt fanatiek, 6mnd geleden kruisband gescheurd
  • Woont bij moeder, ouders zijn gescheiden, vader heeft PDD-nos
  • Voorgeschiedenis blanco



Slide 19 - Tekstslide

Dhr Psy 24 jaar
  • Eetlust slecht, afgevallen, slaapt slecht
  • Concentratie slecht. School lukt niet. Z'n kamer is een rommel
  • Gefocust op 1 ding: geloof, krijgt opdracht om zich aan de regels te houden. Zijn ouders begrijpen dat niet.
  • Isoleert zich. Dag nachtritme verplaatst.
  • Alcohol/drugs geen
  • Oma had een onbekende psychiatrische stoornis
  • Welke vragen stel je aan PSY??
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Psychotische stoornis

1. Psychotische symptomen: (denken) wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, gedesorganiseerd gedrag, katatonie
2. Negatieve symptomen: (gedrag)spraakarmoede, motivatieproblemen, initiatiefverlies, vervlakking van het gevoelsleven 
3. Cognitieve symptomen: oa stoornissen in concentratie, (werk)geheugen, planning en probleemoplossend vermogen
4. Affectieve symptomen: angst, somberheid, manie

Slide 21 - Tekstslide

Oorzaken van psychose
  • Dopamine ++   neurotransmitter - waarneming van prikkels en er betekenis aan geven, bewegingen. Dopamineremmers met bijwerking bewegingsstoornissen/rigiditeit 
  • Erfelijk
  • Trauma  PTST
  • Triggers:
        -Drugs: Cocaine, XTC,  cannabis, mn bij kwetsbaarheid voor psychose(bv            familiair) en op jonge leeftijd starten met cannabis 
        -Alcohol: triggert bij verhoogde gevoeligheid
        -Stress, grote levensgebeurtenissen, kraambed, slaaptekort, isolatie

Slide 22 - Tekstslide

Dubbeldiagnosen

Psychose met:
-depressieve klachten (50%)
-Obsessief compulsieve klachten (23%)
-posttraumatische klachten (29%)
-psychose komt vaker voor bij zwakbegaafden, bij autistiforme stoornissen en bij persoonlijkheidsstoornissen

Slide 23 - Tekstslide

Ernstige psychotische stoornis
Chronische ziekte met langdurig ernstige klachten en sociaal en maatschappelijk dysfunctioneren, 
Niet tgv drugs/medicatie/ of somatische aandoening
Denkstoornissen staan op de voorgrond
Medicatie afhankelijk
Met of zonder affectieve symptomen - angst, somberheid, manie
Chronische ziekte
Begint vaak in de adolescentie




Slide 24 - Tekstslide

Dhr Psy 24 jaar
Oorzaak psychose?

  • Blessure
  • Situatie ouders
  • Vriendin
  • Oma psychiatrische ziekte

Slide 25 - Tekstslide

Wist je dat...
  • Ieder jaar krijgt een à twee op de tienduizend Nederlanders voor het eerst een psychose.

  • De eerste psychose treedt meestal op tussen het 16de en 25de levensjaar.

  • Mannen krijgen vaker (en op jongere leeftijd) last van een psychose dan vrouwen.

  • Als iemand een psychose heeft doorgemaakt, is de kans om nog eens een psychose te krijgen erg groot. Zonder een goede behandeling is die 85 procent



Slide 26 - Tekstslide

Opdracht Casus
  1. In de volgende dia lees je zo een casus.
  2. Lees de casus en schrijf de belangrijkste observatiepunten op

Slide 27 - Tekstslide

Casus
Jenna is een vrouw van 24 jaar oud. Ze heeft een zwaar verleden gehad met een aantal traumatische ervaringen in haar kindertijd. Ze ervaart hierdoor eerder angst, paniek en ongemak wanneer ze in een ongecontroleerde situatie komt. Om haar gevoel soms te onderdrukken, maakt zij gebruik van verdovende middelen.

Je komt bij haar op wekelijkse huisbezoek, waarbij je bij aankomst bij het appartement veel onrust ziet. Jenna opent ondanks de chaos de deur, maar je ervaart een andere situatie dan gebruikelijk. Jenna is erg onvoorspelbaar, nauwelijks aanspreekbaar en begint plots om haar heen te roepen: ''Ga de deur uit! Laat me met rust!''. Hierbij zie je Jenna wijzen naar de hoek van de kamer. Jenna grijpt in angst naar jouw hand , maar dit slaat al heel gauw om in woede: Jenna denk dat de personen in haar appartement jou hebben binnengelaten om haar te bespieden

Slide 28 - Tekstslide

Belangrijke Observatiepunten Jenna
Jenna is een vrouw van 24 jaar oud. Ze heeft een zwaar verleden gehad met een aantal traumatische ervaringen in haar kindertijd. Ze ervaart hierdoor eerder angst, paniek en ongemak wanneer ze in een ongecontroleerde situatie komt. Om haar gevoel soms te onderdrukken, maakt zij gebruik van verdovende middelen.

Je komt bij haar op wekelijkse huisbezoek, waarbij je bij aankomst bij het appartement veel onrust ziet. Jenna opent ondanks de chaos de deur, maar je ervaart een andere situatie dan gebruikelijk. Jenna is erg onvoorspelbaar, nauwelijks aanspreekbaar en begint plots om haar heen te roepen: ''Ga de deur uit! Laat me met rust!''. Hierbij zie je Jenna wijzen naar de hoek van de kamer. Jenna grijpt in angst naar jouw hand en schreeuwt, maar dit slaat al heel gauw om in woede: Jenna denk dat de personen in haar appartement jou hebben binnengelaten om haar te bespieden. 

Slide 29 - Tekstslide

Interventies voor Jenna
  1. Je hebt een aantal belangrijke observatiepunten opgeschreven
  2. Welke interventies zou je kunnen toepassen in de situatie van Jenna?

Slide 30 - Tekstslide

Conclusie Casus
Jenna heeft een psychose volgens de DSM-5. (hallucineren, gedesorganiseerd spreken en ernstig chaotisch). Diagnose: hallucineren, onrust en angst
Mogelijke interventies:
  1. Bieden van veiligheid en geborgenheid (emotionele steun)
  2. Luister naar de zorgvrager (er zijn voor de zorgvrager in de situatue)
  3. Erken het gevoel en de emoties (toegeven dat de angst terecht is en vervelend)
  4. Maak de omgeving veilig en rustiger  (haal scherpe voorwerpen weg en onnodige prikkels)
  5. Vraag waar de zorgvrager behoefte naar heeft (Hoe kunnen we deze personen wegkrijgen samen?)
  6. Beweeg mee in de ervaring van de zorgvrager (erkennen van de situatie)
  7. Haal de zorgvrager terug de realiteit in (omschrijven ruimte of de focus weerleggen)

Slide 31 - Tekstslide

Behandeling psychosen
  • Antipsychotica onderdrukken wanen en hallucinaties
  • Voldoende rust nemen en stress vermijden
  • Psycho-educatie
  • Cognitieve gedragstherapie (coping aanleren)
  • Systeem betrekken bij behandeling
  • (Kortdurende)opname in psychiatrisch ziekenhuis
  • Praktische ondersteuning in dagelijks leven

Slide 32 - Tekstslide

Benadering
Nooit in discussie
Korte zinnen Geen oordeel
In de derde persoon praten ("je zou kunnen denken dat dit niet helemaal plausibel lijkt")
Je lijdt er wel onder, daar kun je over in gesprek

bijv Louis Theroux

Slide 33 - Tekstslide

Benadering

Slide 34 - Tekstslide

Benadering "lastige" mensen
Verleiden
Niet in discussie, open bevraging
Geen oordeel, eigen grenzen
Uit de derde persoon praten
Inleving Je lijdt er wel onder
Onderhandelen:

Slide 35 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Hallucinaties en wanen komen alleen bij gekke mensen voor

A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Mensen met een psychose zijn gevaarlijk.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Iedereen kan psychotisch worden

A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag