Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 26 Hoe weet je of je woorden los of aan elkaar schrijft?
Pak je spullen:
Kernboek
Map
Welkom B3
Agenda voor vandaag
Uitleg
Los of aan elkaar
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pak je spullen:
Kernboek
Map
Welkom B3
Agenda voor vandaag
Uitleg
Los of aan elkaar
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
weet je wat de regels zijn voor het schrijven van samenstellingen. (R)
kun je bij gegeven woorden bepalen of je ze aan elkaar schrijft en of je een tussenklank of koppelteken moet schrijven.(T1)
kun je uitleggen waarom je een woord wel of niet aan elkaar schrijft en waarom er wel of niet een tussenklank of koppelteken in zit. (T2)
kun je zelf voorbeelden bedenken van samengestelde woorden met en zonder tussenklank of koppelteken. (I)
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil in betekenis tussen Zandweg & Zand weg?
Slide 3 - Open vraag
Wat is het verschil in betekenis tussen Kleinkind & Klein kind?
Slide 4 - Open vraag
Wat is in de volgende zin de juiste schrijfwijze:
Met een digitale methode, heb je lage printerkosten / lageprinterkosten
A
lage printerkosten
B
lageprinterkosten
Slide 5 - Quizvraag
Wat is in de volgende zin de juiste schrijfwijze:
Hij reinigt het terras met een hoge drukspuit / hogedrukspuit
A
hoge drukspuit
B
hogedrukspuit
Slide 6 - Quizvraag
Wat is in de volgende zin de juiste schrijfwijze:
De lange baanschaatser / langebaanschaatser won de marathon.
A
lange baanschaatser
B
langebaanschaatser
Slide 7 - Quizvraag
Wat is in de volgende zin de juiste schrijfwijze:
Ik betaal met een bank-biljet / bankbiljet van €50.
A
bank-biljet
B
bankbiljet
Slide 8 - Quizvraag
Wat is in de volgende zin de juiste schrijfwijze:
Heb jij ooit teveel / te veel geld teruggekregen?
A
te veel
B
teveel
Slide 9 - Quizvraag
Leg uit waarom het belangrijk is om te weten of je een woord aan elkaar schrijft of niet.
Slide 10 - Open vraag
Een op de zeven jonge kinderen heeft
gehoorschade
door lawaai.
Slide 11 - Tekstslide
Aan elkaar of los?
Samenstellingen
zwartebessencake
zwarte bessencake
Tussenklanken: -n, -s of –er
Tussen-n:
eerste deel = zelfstandig naamwoord
én meervoud eindigt op –en
peer + sap = perensap
Slide 12 - Tekstslide
Letters ertussen
Tussen-s:
als je een tussen-s hoort
liefde + lied = liefdeslied
Tussen-er:
woorden met meervoud op –eren
kalf + liefde = kalverliefde
Slide 13 - Tekstslide
Een streepje?
Koppelteken (-):
bij aardrijkskundige namen
Noord-Brabant, Zuid-Afrikaans
als
klinkers
‘botsen’
ski-instructeur, auto-onderdeel
(a, e, i, o, u)
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld
Blauwebroekdrager
Blauwe broekdrager
Slide 15 - Tekstslide
Even oefenen
a
een achtste
b
maximumsnelheid
c
privékliniek
d
rundergehakt
e
insectenbeet
f
houten plank
g
diploma-uitreiking
h
Zuid-Afrikaans
i
getuigenverklaring
j
ruimtestation
Slide 16 - Tekstslide
Let op!
Het gebeurde tijdens de
radio uitzending
.
Het gebeurde tijdens de
radiouitzending.
Het gebeurde tijdens de
radio-uitzending.
Slide 17 - Tekstslide
Let op!
Het gebeurde tijdens de radio uitzending.
Het gebeurde tijdens de
radiouitzending
.
Het gebeurde tijdens de radio-uitzending.
Slide 18 - Tekstslide
Belangrijk
Bij samenstellingen gaat het om één persoon, dier of ding.
Slide 19 - Tekstslide
Woorden les 26
reinigen
schoonmaken
het ruimtestation
station dat ronddraait in de ruimte en dat kortere of langere tijd bemand is
de arbeidsmarkt
het geheel van vraag en aanbod van betaald werk
de kliniek
plek waar mensen of dieren verpleegd worden
samengesteld
wat uit twee of meer delen bestaat
het bankbiljet
bedrukt papiertje om mee te betalen
Slide 20 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 21 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 22 - Open vraag
Aan de slag
Kern les 26
Pagina 56 en 57
Woordenschat
goed noteren in je map
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 26 Hoe weet je of je woorden los of aan elkaar schrijft?
Januari 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les 26 Hoe weet je of je woorden los of aan elkaar schrijft?
Oktober 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les 26 Hoe weet je of je woorden los of aan elkaar schrijft?
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Aan elkaar of los?
Mei 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samenstellingen 319
December 2022
- Les met
48 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Week 45: les 1
November 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Aaneenschrijven, tussenklanken en koppelteken
November 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
KERN les 40 Samenstellingen H2
Mei 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2