1tba 26/10: gram, spelling 1, formuleren 1

Welkom!
Pak alvast: leesboek, grammaticaboekje, Nieuw Nederlands

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: leesboek, grammaticaboekje, Nieuw Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Lezen
Bespreken opdr. 7 & 8 grammatica
Samen maken opdr. 9 & 10 grammatica
Spelling & Formuleren par. 1

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet hoe je hoofdletters en leestekens correct gebruikt.
  • Je kunt voegwoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen.

Slide 3 - Tekstslide

Even opfrissen
  • Welke eigenschap hebben deze zn's allebei niet?
    rijst & liefde
  • Wat is het verschil in betekenis?
    'Ik wil een ijsje.' of 'Ik wil het ijsje.'
  • Klopt de spelling van dit bn?: vergroote foto 
  • 'Woerden ligt bij Utrecht.'  vz?
  • 'De lokalen worden door de conciërge gecontroleerd.' vz?

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken opdracht 7 & 8, blz. 10
  • Opdracht 7: wat is het verschil tussen zin 1 en 2?
  • Opdracht 8: per woordsoort 3 woorden i.p.v. 2

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 9 & 10, blz. 11

  • Opdracht 9: geef van de onderstreepte woorden aan welk woordsoort
  1. De mooie jongen lachte naar zijn spiegelbeeld.
  2. In het koude water begonnen de leerlingen al snel te klappertanden.
  3. Tijdens de Olympische Spelen begon mijn oude oom aan zijn winterslaap.
  4. De gunstige weersvoorspelling lokte menigeen naar de terrassen.
  5. Het grootschalige evenement werd vanwege een bommelding afgelast.
  • Opdracht 10: 2 zinnen maken met de genoemde woordsoorten

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaat hier mis?
vorig jaar won thomas de voorleeswedstrijd

Slide 7 - Tekstslide

Spelling paragraaf 1, blz. 244
  • Hoofdletters en leestekens gebruik je om een tekst leesbaarder te maken
  • Wanneer gebruik je hoofdletters?
  1. Aan het begin van de zin
  2. Bij namen
  3. Bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid (Limburgse, Grieks, etc.)
  • Let op! Gebruik geen hoofdletter bij: de namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken (maandag, augustus, lente, oosten)

Slide 8 - Tekstslide

Leestekens
  • Plaats een punt aan het einde van een gewone zin:
    De pakkans voor fietsendiefstal is redelijk laag.
  • Plaats een vraagteken als een zin begint met een vraagwoord zoals Wanneer of Waarom of met een persoonsvorm:
    Hebben olifanten echt een goed geheugen?
  • Plaats een uitroepteken als je een zin extra nadruk wilt geven:
    Die cabaretier is echt geweldig!
  • Plaats een komma tussen twee persoonsvormen:
    Wanneer je teksten van internet haalt, moet je letten op de betrouwbaarheid.
  • Plaats een komma voor voegwoorden zoals als, doordat, maar, nadat enzovoorts:
    Black Friday verliep rustig, doordat het in een groot deel van het land regende.

Slide 9 - Tekstslide

Formuleren paragraaf 1, blz. 230
  • Doordat een tekst verdeeld is in zinnen, is hij beter leesbaar
  • Een zin is vaak een soort 'mededeling'
  • Amy versiert de woonkamer. Haar broer is morgen jarig.
  • Je kunt twee mededelingen (twee zinnen dus) samenvoegen met een voegwoord en er één zin van maken
  • als, doordat, dus, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat of zodra

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Amy versiert de woonkamer, ......... haar broer morgen jarig is.
  • Amy versiert de woonkamer, ......... haar broer is morgen jarig. 
  • Soms begint een zin met een voegwoord.
  • Dan komt er een komma tussen de twee mededelingen, vaak tussen twee persoonsvormen:
  • Omdat haar broer morgen jarig is versiert Amy de woonkamer. > Waar moet de komma?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Spelling par. 1, blz. 244: opdracht 1 t/m 5
  • Formuleren par. 1, blz. 230: opdracht 1 en 4
  • +- 15 minuten
  • Eerste 10 minuten in stilte
  • Klaar? Lekker lezen in je boek tot we samen een paar checkvraagjes doen en naar de Plenda gaan
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Even checken
  • Ik heb kort geslapen vannacht, .... ik ga vandaag op tijd naar bed.
  • Herfstvakantie is leuk, .... gaat wel heel snel voorbij.
  • Mijn broertje vindt gamen leuk. Omdat hij altijd wint. > goed geformuleerd?
  • limburgse vlaai - Zomer - Nike - December

Slide 13 - Tekstslide

Vooruitblik
  • Vrijdag 27 oktober: so lezen herkansen, 5e uur
  • Vrijdag 3 november: so grammatica, spelling, formuleren
  • Toetsstof:
  • - Nieuw Nederlands: Spelling §1, 2 en Formuleren §1
  • - Grammaticaboekje: woordsoorten (zn, ww, lw, vz en bn)

Slide 14 - Tekstslide