H5 thema 1 bs 5

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Producten van
voortgezette assimilatie

Slide 2 - Woordweb

Wat is voortgezette assimilatie?
A
omzetten van glucose in nitraat
B
omzetten van glucose in een anorganische stof
C
omzetten van glucose in een andere energierijke organische stof
D
omzetten van glucose in warmte

Slide 3 - Quizvraag

Het maken van eiwitten uit aminozuren is
A
dissimilatie
B
assimilatie

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van voortgezette assimilatie?
A
fotosynthese
B
zetmeel maken uit glucose
C
verbranding van zetmeel
D
verbranding van glucose

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Studiewijzer

Slide 7 - Tekstslide

Studiewijzer

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Bij verbranding van welke voedingsstof komt de meeste energie vrij?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Maakt niet uit

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij dissimilatie?
A
Anorganische stoffen worden afgebroken. Dit kost energie.
B
Anorganische stoffen worden afgebroken. Dit levert energie op.
C
Organische stoffen worden afgebroken. Dit kost energie.
D
Organische stoffen worden afgebroken. Dit levert energie op.

Slide 20 - Quizvraag

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie. Welke omschrijving is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met
C
Aeroob is met glucose Anaeroob is zonder
D
Aeroob is zonder glucose Anaeroob is met

Slide 21 - Quizvraag

Wat levert het meeste ATP op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Melkzuurgisting
B
Aerobe dissimilatie
C
Anaerobe dissimilatie
D
Alcoholgisting

Slide 22 - Quizvraag

Iemand heeft zelf aardbeienjam gemaakt. Na een paar maanden opent hij een pot jam. Bij het openen van de pot komt er wat gas vrij. De jam ruikt naar alcohol.
Welke omzetting heeft in deze pot jam plaatsgevonden?
A
dissimilatie van glucose met zuurstof waarbij alcohol en CO2 zijn ontstaan
B
dissimilatie van glucose zonder zuurstof waarbij alcohol en O2 zijn ontstaan
C
dissimilatie van glucose zonder zuurstof waarbij alcohol en CO2 zijn ontstaan
D
dissimilatie van glucose met zuurstof waarbij alcohol en O2 zijn ontstaan

Slide 23 - Quizvraag

In welk van de zinnen staat het gistingsproces correct omschreven?
A
Onder aërobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot koolstofdioxide en ethanol
B
Onder aërobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot zuurstof en ethanol
C
Onder anaerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot koolstofdioxide en ethanol
D
Onder anaerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot zuurstof en ethanol

Slide 24 - Quizvraag

Van welk stofwisselingsproces zal dit waarschijnlijk een onderdeel zijn?
A
Koolstofassimilatie
B
Dissimilatie
C
Fotosynthese
D
Voortgezette assimilatie

Slide 25 - Quizvraag

Welke processen vinden plaats in producenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 26 - Quizvraag

Zuurstof is een restproduct van...
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie
C
Voortgezette assimilatie
D
Koolstofassimilatie

Slide 27 - Quizvraag

Aerobe dissimilatie betekent
A
afbraak zonder zuurstof
B
afbraak met zuurstof
C
opbouw zonder zuurstof
D
opbouw met zuurstof

Slide 28 - Quizvraag

Studiewijzer

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide