STE Werkwoordspelling

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zet elke persoonsvorm in de verleden tijd en tegenwoordige tijd
(Ronden) je dat werkstuk nu af?
(houden) je vader wel echt van jou?
Hij (beloven) dat hij alle files (deleten)
Ik (scrollen) door het document

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf het voltooid deelwoord in de juiste vorm
Ik heb het hem (beloven)
De foto’s werden toen (vergroten)
Wij zijn toen op de bank (crashen)
Het is gewoon echt niet (gebeuren)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De (verkorten) reistijd
De (sluiten) winkel
De (verloten) cadeaus
De (verrotten) tomaten
De (verbreden) weg

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

1. (beantwoorden) je collega dat soort vragen? 5. Van (bederven) voedsel kun je ziek worden.
2.Jarenlang heeft hij die functie (bekleden). 6. Ik begrijp echt niet wat hij daarmee (bedoelen).
3. Gisteren (bieden) hij nog tien euro voor dat boek. 7. (Ontleden) onderstaande zinnen in zinsdelen.
4. (Slapen) liep hij door de woonkamer. 8. (Houden) je van aardbeien?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

1. (beantwoorden) je collega dat soort vragen? 5. Van (bederven) voedsel kun je ziek worden.
2.Jarenlang heeft hij die functie (bekleden). 6. Ik begrijp echt niet wat hij daarmee (bedoelen).
3. Gisteren (bieden) hij nog tien euro voor dat boek. 7. (Ontleden) onderstaande zinnen in zinsdelen.
4. (Slapen) liep hij door de woonkamer. 8. (Houden) je van aardbeien?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide