Grammatica 3 2d

Vervolg grammatica blok 3

Herhaling: bijstelling, zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Nieuw: koppelwerkwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vervolg grammatica blok 3

Herhaling: bijstelling, zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Nieuw: koppelwerkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Welke deel is hier de bijstelling?
Arjen Lubach, de presentator van Zondag met Lubach, is op vakantie
A
Arjen Lubach
B
De presentator van Zondag met Lubach
C
Op vakantie
D
De presentator

Slide 2 - Quizvraag

Voorbeeld
Imme fietst elke dag naar school
Imme is elke dag naar school aan het fietsen
Imme zal elke dag naar school moeten fietsen

Wat is de handeling?
Wat zijn de hulpwerkwoorden?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Koppelwerkwoorden
Geen handeling! Maar koppelt het onderwerp aan een deel waarin een bijvoeglijk en of zelfstandig naamwoord staat. Het onderwerp doet dus niets maar is iets. 

zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
De docent is ziek
Faya wordt chagrijnig
De jongen heet Michel

Zie je? Geen handeling maar iets wat het onderwerp is.

Slide 6 - Tekstslide

Wat waren ze ook alweer?

Slide 7 - Woordweb

Wat is geen koppelwerkwoord?
A
gaan
B
lijken
C
worden
D
schijnen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen koppelwerkwoord?
A
heten
B
lijken
C
worden
D
mogen

Slide 9 - Quizvraag

Dan ook nog dit:
Sommige zinnen hebben een hulpwerkwoord en een koppelwerkwoord (voltooid deelwoord of infinitief)
zoals:

De docent bleek heel streng te zijn. (bleek = hww, zijn = kww)
De lamp schijnt lelijk te zijn (schijnt = hww, zijn = kww)

Slide 10 - Tekstslide

De jongen was een rare man geworden.
HWW
KWW
geworden
was

Slide 11 - Sleepvraag

En dit:
Zijn, worden en blijven kunnen een hulpwerkwoord of een koppelwerkwoord zijn. Zie maar:

Mijn broek wordt vies (wordt = kww)
Mijn broek wordt gewassen (wordt = hww en gewassen = zww)


Slide 12 - Tekstslide

worden  = hww
worden = kww
De vrouw wordt opgepakt
De man werd blij
De dag wordt nacht
De kinderen werden uitgelachen

Slide 13 - Sleepvraag

Uitzondering!
De koppelwerkwoorden zijn en blijven zijn zelfstandige werkwoorden als
ze gebruikt worden in de betekenis van 
'zich ergens bevinden'

Jordi is in het klaslokaal (is= zelfstandig ww)
De hond blijft in zijn mand (blijft = zelfstandig ww)




Slide 14 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
zelfstandig werkwoord
De man is in bed
De man is blij
De vrouw blijft praten
De vrouw blijft thuis

Slide 15 - Sleepvraag

Welke woordsoorten ken je nu allemaal?

Slide 16 - Woordweb

Aan de slag met: 
Opdracht 14
Opdracht 15
Opdracht 17


Vind je het lastig? 
Kom dan aan de instructietafel zitten, dan doen we het samen. 

Slide 17 - Tekstslide