Marketing lesweek 4 les 1

Marketing
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Marketing

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Zie advertentie.
Welke concurrentiegerichte prijsstelling
is hierin terug te vinden?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een paraplumerk en een individueel fabrikanten merk?

Slide 4 - Open vraag

Going rate pricing, premium pricing en discount pricing zijn vormen van de
A
Concurrentiegerichte prijsstelling
B
Kostengerichte prijsstelling
C
Afnemersgerichte prijsstelling

Slide 5 - Quizvraag

korting alleen voor
members van
HM is een vorm van
A
prijsdifferentiatie
B
psychologische prijssstelling
C
kostengerichte prijsstelling
D
prijsdiscriminatie

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke prijsvaststellingsmethode komt het begrip "prijzenoorlog" voor?
A
Kostengeoriënteerde prijsstelling
B
Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling
C
Winstgeoriënteerde prijsstelling
D
Vraaggeoriënteerde prijsstelling

Slide 7 - Quizvraag

Welk merknaam hoort er bij het soort merk?
Sleep het naar de juiste plek.
A-merk
B-merk
Huismerk
First Choice cola
Albert Heijn cola
Pepsi cola

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je benoemt welke strategieën gebruikt worden om tot een goede prijs te komen.  
  • Je legt uit welke strategie gehanteerd wordt bij nieuwe producten. 
  • Je weet op welke manier een organisatie haar geld verdient.
  • Je benoemt de verschillende manieren van geld verdienen. 

Slide 9 - Tekstslide

Prijsstrategieën
Om tot een goede prijs te komen kun je de volgende methodes gebruiken:
  • Afroomprijsstrategie
  • Penetratieprijsstrategie

Slide 10 - Tekstslide

Afroomprijsstrategie
Een nieuw product tegen een hoge prijs op de markt brengen. Als de verkoop daalt, wordt de prijs een beetje verlaagd. 
Wanneer:
  • Bij een innovatief, nieuw product.
  • Hoge ontwikkelkosten. 
  • Beperkte productiecapaciteit.
  • Lastig om product op grote schaal te verspreiden. 

Slide 11 - Tekstslide

Afroomprijsstrategie
Een parfumfabrikant brengt een nieuwe parfum op de markt. Het parfum kan alleen gekocht worden in een flesje van 100 ml. Het flesje kost € 100,-. 
Als de verkoop daalt dan wordt een kleiner flesje gemaakt. 

Slide 12 - Tekstslide

Penetratieprijsstrategie
Je zet een product in de markt voor een lage prijs zodat je meteen veel klanten krijgt. Je bent op deze manier je concurrentie voor. 
Wanneer:
  • Ontwikkelkosten zijn laag. 
  • Je verwacht dat de concurrenten snel met eenzelfde product op de markt komen. 
  • Je kunt veel producten maken en verspreiden. 
  • Je hebt met consumenten te maken die snel op prijsverlagingen reageren. 

Slide 13 - Tekstslide

Penetratieprijsstrategie
Een organisatie van een nieuw muziekfestival verkoopt de tickets in de voorverkoop voor een lage prijs. Op de dag van het festival liggen de prijzen veel hoger. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verdienmodellen
De manier waarop een organisatie geld verdient.
  • Transactiemodel
  • Abonnementsmodel
  • Instapmodel 
  • Advertentiemodel
  • Licentiemodel
  • Veilingmodel

Slide 16 - Tekstslide

Verdienmodellen
  • Verhuurmodel
  • Makelaarsmodel
  • Yieldmodel
  • Hybridemodel

Slide 17 - Tekstslide

Verdienmodellen
  • Transactiemodel (handelsmodel): verkoop van een product of dienst. 
  • Abonnementsmodel: tegen een vaste betaling (per maand) toegang tot een product of dienst krijgen. 
  • Instapmodel (freemiummodel): het product is gratis, maar voor een betere versie of update moet je wel betalen. 

Slide 18 - Tekstslide

Verdienmodellen
  • Advertentiemodel: een bedrijf maakt reclame voor een product van een andere organisatie en krijgt hier een vergoeding voor.
  • Veilingmodel: je laat je klanten met behulp van jouw product aankopen doen bij een andere partij. 
  • Licentiemodel: een ander bedrijf krijgt het recht  gebruik te maken van een productiemethode of een bepaald concept tegen een afgesproken prijs. 

Slide 19 - Tekstslide

Verdienmodellen
  • Verhuurmodel:  door het verhuren van producten of diensten krijg je huuropbrengsten. 
  • Makelaarsmodel (intermediairsmodel): een vergoeding krijgen wanneer er bemiddeld wordt tussen twee partijen. 
  • Yieldmodel: de prijs wordt aangepast aan de steeds veranderende vraag en aanbod. 
  • Hybridemodel: een combinatie van verschillende verdienmodellen. 

Slide 20 - Tekstslide

Verdienmodellen
Groepje 1: Transactiemodel, advertentiemodel, licentiemodel
Groepje 2: Abonnementsmodel, instapmodel, veilingmodel
Groepje 3: Verhuurmodel, makelaarsmodel, yieldmodel en hybridemodel.
Opdracht: Beschrijf het soort verdienmodel en bedenk er een voorbeeld bij. Let op! In eigen woorden dus geen definities van internet!

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Open vraag