Woche 42

V5 Duits, Woche 42
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

V5 Duits, Woche 42

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Beginopdracht
Versie A
Versie B

Slide 3 - Tekstslide

Diese Woche:
Dienstag (50 Min.)

D-toets
Donnerstag (50 Min.)

Uitval (toetsweek)
Montag (50 Min.)

KLT:
- Goethe B2, Test 4
- Deutsche Welle

Slide 4 - Tekstslide

Diese Woche:
Dienstag (50 Min.)

D-toets
Donnerstag (100 Min.)

Uitval (toetsweek)

Slide 5 - Tekstslide

L2 GR2: ohne & statt
Konjunktionen 
= Het verbinden van hoofd- en bijzinnen

Vorige week: FINALE ANGABEN --> damit, um ... zu (zodat/opdat, om ... te)

Deze week: ohne, ohne ... zu, ohne ... dass & statt, statt ... zu, statt ... dass 

Slide 6 - Tekstslide

GR2: ohne & statt
ohne
ohne ... zu
ohne dass


statt
statt ... zu 
statt dass 

Slide 7 - Tekstslide

Zonder (te / dat)

ohne = zonder (+4)
In de bijzin staat een zelfstandig naamwoord

ohne ... zu = zonder te
In de bijzin staat een infinitief

ohne dass = zonder dat
In de bijzin staan een onderwerp + persoonsvorm

Slide 8 - Tekstslide

Zonder (te / dat)

ohne = zonder (+4)
In de bijzin staat een zelfstandig naamwoord

ohne ... zu = zonder te
In de bijzin staat een infinitief

ohne dass = zonder dat
In de bijzin staan een onderwerp + persoonsvorm
Voorbeelden:

Du kannst nicht 5 Tage der Woche arbeiten ohne Entspannung.


Du kannst nicht 5 Tage der Woche arbeiten, ohne dich zu entspannen.

Du kannst nicht 5 Tage der Woche arbeiten, ohne dass du dich entspannst.

Du kannst nicht 5 Tage der Woche arbeiten, ohne dass deine Familie dich vermisst. (--> dass = verplicht!)

Slide 9 - Tekstslide

In plaats van (te / dat)

statt = in plaats van (+2)
In de bijzin staat een zelfstandig naamwoord

statt ... zu = in plaats van te
In de bijzin staat een infinitief

statt dass = in plaats van dat
In de bijzin staan een onderwerp + persoonsvorm


In de bijzin staat een zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

In plaats van (te / dat)

statt = in plaats van (+2)
In de bijzin staat een zelfstandig naamwoord

statt ... zu = in plaats van te
In de bijzin staat een infinitief

statt ... dass = in plaats van dat
In de bijzin staan een onderwerp + persoonsvorm
Voorbeelden

Statt der Reise nach Italien, macht die Familie Tagesausflüge in der Heimat.

Wegen Corona bleibt die Familie zu Hause, statt nach Italien zu reisen.

Wegen Corona bleibt die Familie zu Hause, statt dass sie nach Italien reist.

Wegen Corona bleibt der Vater zu Hause, statt dass seine Familie in Italien ihn sehen kann.

Slide 11 - Tekstslide

Samenvattend
ohne (zu / dass) = zonder (te / dat). Ohne +4.
statt (zu / dass) = in plaats van (te / dat). Statt + 2. 

* Ohne ... zu & statt ... zu = alleen te gebruiken in combinatie met een heel werkwoord, dus wanneer het onderwerp van de hoofd- en bijzin gelijk is. 

* Ohne dass & statt dass = gebruik je sowieso als het onderwerp van de hoofd- en bijzin verschilt. Kan ook gebruikt worden als het gelijk is, maar staat minder mooi (zie NL). 

* Ohne & statt = alleen te gebruiken in combinatie met een zelfstandig naamwoord. Het lidwoord daarvan komt bij ohne in de 4e (Akk) en bij statt in de 2e naamval (Gen) te staan. 


Slide 12 - Tekstslide

An die Arbeit
AB Aufgabe 4 + 5 
S. 30-31

Tip bij Aufgabe 4 & 5: Maak de zinnen in je hoofd eerst in het Nederlands. 

Tip bij Aufgabe 5: Hoeveel onderwerpen staan er in de zin? Aan de hand daarvan bepaal je of je een constructie met zu (1 ow) of dass (2 ow) moet gebruiken. 

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken:

- Leren: 

Slide 14 - Tekstslide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken:

- Leren: 



Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben für Montag
- Maken: 

- Leren: 



Slide 16 - Tekstslide