Spelling; samenstellingen

Nederlands 






Woensdag 25 mei 2022
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands 






Woensdag 25 mei 2022

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling
Aan het einde van deze les weet je hoe je samengestelde woorden schrijft.


Slide 2 - Tekstslide

Samenstellingen
Wanneer gebruik je:
  • een koppelteken  --> uv-licht
  • een 'tussen-n'        --> pannenkoek
  • geen 'tussen-n'     --> groentesoep
  • een 'tussen-s'        --> dorpsgek

Slide 3 - Tekstslide

Samenstellingen

Als je van twee woorden één woord maakt, noemen we dat een samenstelling.  Doen als dat kan!

voetbal + wedstrijd = voetbalwedstrijd

Er zijn verschillende regels voor het schrijven van een samenstelling.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Tussen -s
Je schrijft een tussen -s als je die hoort.

stationsplein
personeelsafdeling
identiteitsbewijs
lievelingsdier


Slide 7 - Tekstslide

Welke woorden zijn samenstellingen?
A
Tekening
B
Dakgoot
C
Verhuizen
D
Vruchtentaart

Slide 8 - Quizvraag

Samenstellingen schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Welke samenstellingen zijn goed geschreven? (2 antwoorden goed)
A
kattenkop
B
WestFriesland
C
ZuidAfrikaans
D
zee-egel

Slide 10 - Quizvraag

Welke samenstellingen zijn goed geschreven? (2 goede antwoorden)
A
waterglas
B
strand-stoel
C
Noord-Holland
D
kindtrui

Slide 11 - Quizvraag

Wel of geen tussen-s?
Wat is goed?
A
personeelchef
B
personeels-chef
C
personeelschef
D
personeel-chef

Slide 12 - Quizvraag

Tussen -s ?
A
meisjesstemmen
B
meisjestemmen

Slide 13 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
rodekool
B
rodenkool

Slide 14 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
beremuts
B
berenmuts

Slide 15 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
keuzepakket
B
keuzenpakket

Slide 16 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk

Slide 17 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
roggebrood
B
roggenbrood

Slide 18 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
zonnensteek
B
zonnesteek

Slide 19 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
aperots
B
apenrots

Slide 20 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 21 - Quizvraag

Opdracht:
Online oefenen met samenstellingen.

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-de-tussenklank/

                                                                          Herhaling is de kracht van                                                                                het leren. 


Slide 22 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 24 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord 
De rode fiets

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Tekstslide

Noem het bijvoeglijk naamwoord

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

De laatste opdracht:
Maak in Talent 6.3 opdracht 16 

Maak je binnen 3 minuten! 
                                      pas op voor 'ROOD'! 

Slide 31 - Tekstslide

Welke tips en tops heb je
voor mij of de les?

Slide 32 - Woordweb

Tot de volgende keer!

Slide 33 - Tekstslide