wk 51: les 1+2

Dinsdag 15 december - H2c
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: signaalwoorden en verbanden Blok 3+5, 4 verbindingsmanieren
  • Aan de slag!

  • Boek 'Geest' uitdelen
  • Aan de slag!
timer
1:30
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 15 december - H2c
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: signaalwoorden en verbanden Blok 3+5, 4 verbindingsmanieren
  • Aan de slag!

  • Boek 'Geest' uitdelen
  • Aan de slag!
timer
1:30

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...welke verbanden bij de signaalwoorden horen (Blok 5).
...hoe je de delen van een verband moet noteren.
...op welke 4 manieren alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...de stof van vorige lessen herhalen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

4 manieren om alinea's met elkaar te verbinden:
1. Met een signaalwoord
Het signaalwoord aan de begin van een alinea geeft het verband aan met de vorige alinea.

2. Door herhaling van een woord of woordgroep
Aan het begin van een alinea worden woorden of woordgroepen uit de vorige alinea herhaald.

Slide 5 - Tekstslide

4 manieren om alinea's met elkaar te verbinden:
3. Door overgangszinnen met een verwijzing
In een van de eerste zinnen staat een verwijzing naar iets wat eerder is gezegd, in de vorm van een verwijswoord.

4. Door aankondigende zinnen
De zin/de zinnen aan het einde van een alinea vertellen wat je in de volgende alinea kunt verwachten.

Slide 6 - Tekstslide

1. Welk signaalwoord staat in alinea 1?

2. Welk signaalwoord staat in alinea 2?

3. Hoe zijn alinea 2 en 3 met elkaar verbonden?

4. Aan welk woord kun je dat zien?

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de signaalwoorden naar de bijhorende verbanden
uitspraak-tegenstelling
oorzaak-gevolg
uitspraak-reden
uitspraak-vergelijking
net als
zoals
maar
zodat
want
echter
hierdoor

Slide 8 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides
wk 51: les 1+2
slide 10 t/m 53

Slide 9 - Tekstslide

Welke 5 tekstdoelen ken je?

Slide 10 - Open vraag

Hoe is een tekst opgebouwd? Noem de 3 delen.

Slide 11 - Open vraag

Hoe is een alinea opgebouwd?

Slide 12 - Open vraag

Hoe moet je citeren?

Slide 13 - Open vraag

Waar of niet waar: de hoofdgedachte noteer je in een hele zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Waar of niet waar: het onderwerp van een tekst noteer je in een of enkele woorden
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Bedenk een deelonderwerp bij een tekst over gezond eten.

Slide 16 - Open vraag

Bedenk een deelonderwerp bij een tekst over het coronavirus.

Slide 17 - Open vraag

Subjectieve informatie is een..
A
feit
B
mening

Slide 18 - Quizvraag

Objectieve informatie is een..
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quizvraag

Signaalwoorden voor
uitspraak-tegenstelling:
A
zoals
B
allereerst
C
maar
D
daarentegen

Slide 20 - Quizvraag

Signaalwoorden "ten eerste, ook, bovendien, verder" horen bij:
A
uitspraak-opsomming
B
uitspraak-tegenstelling
C
uitspraak-voorbeeld
D
middel-doel

Slide 21 - Quizvraag

Een signaalwoord voor
uitspraak-tegenstelling is:
A
hoezo
B
waarom
C
echter
D
dus

Slide 22 - Quizvraag

"Denk aan, zo, zoals" zijn signaalwoorden voor.......
A
uitspraak-opsomming
B
uitspraak-voorbeeld
C
oorzaak-gevolg
D
uitspraak-tegenstelling

Slide 23 - Quizvraag

Bedenk zelf een zin met het tekstverband uitspraak-opsomming.
Denk goed na over welk signaalwoord je dus gebruikt.

Slide 24 - Open vraag

Bedenk zelf een zin met het tekstverband middel-doel.
Denk goed na over welk signaalwoord je dus gebruikt.

Slide 25 - Open vraag

Deze vragen komen uit Blok 4 Lezen van Op Niveau
Opdracht 2, blz. 188

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Lees tekst 4 nog een keer door.
Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de eerste en de tweede alinea?
A
signaalwoord
B
herhaling woord(groep)
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 28 - Quizvraag

Uit welk(e) woord(en) blijkt dat?

Slide 29 - Open vraag

Lees tekst 4 nog een keer door. Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de tweede en de derde alinea?
A
signaalwoord
B
herhaling woord(groep)
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 30 - Quizvraag

Uit welk(e) woord(en) blijkt dat?

Slide 31 - Open vraag

Deze vragen komen uit Blok 4 Lezen van Op Niveau
Opdracht 3, blz. 188-189

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Waarnaar verwijst 'ze' (regel 13 en 15)?

Slide 35 - Open vraag

Welke manier om de tekst in te leiden gebruikt de schrijver van tekst 5?
A
anekdote
B
aanleiding
C
vragen stellen
D
onderwerp aankondigen

Slide 36 - Quizvraag

Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de eerste en de tweede alinea?
A
signaalwoord
B
herhaling woord(groep)
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 37 - Quizvraag

Uit welk(e) woord(en) blijkt dat?

Slide 38 - Open vraag

In de tweede alinea komen twee signaalwoorden voor. Schrijf deze op.

Slide 39 - Open vraag

Welk verband geven deze signaalwoorden aan?
A
uitspraak-tegenstelling
B
uitspraak-opsomming
C
middel-doel
D
oorzaak-gevolg

Slide 40 - Quizvraag

Welke twee zaken worden opgesomd?

Slide 41 - Open vraag

Zijn dit hoofd- of bijzaken?
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 42 - Quizvraag

Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de tweede en de derde alinea?
A
signaalwoord
B
herhaling woord(groep)
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 43 - Quizvraag

Uit welk(e) woord(en) blijkt dat?

Slide 44 - Open vraag

Welke verbindingsmanier gebruikt de schrijver tussen de derde en de vierde alinea?
A
signaalwoord
B
herhaling woord(groep)
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 45 - Quizvraag

Uit welk(e) woord(en) blijkt dat?

Slide 46 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst?
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
opiniëren

Slide 47 - Quizvraag

Wat is de tekstvorm?
A
beschouwing
B
uiteenzetting
C
betoog
D
folder

Slide 48 - Quizvraag

Lesdoel behaald? Ik kan signaalwoorden herkennen en benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 49 - Quizvraag

Lesdoel behaald? Ik kan de verbindingsmanieren tussen alinea's herkennen en benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 50 - Quizvraag

Dit vind ik nog moeilijk aan de les van vandaag...

Slide 51 - Open vraag

Ben je klaar met deze les?
Maak dan deze extra oefeningen over signaalwoorden:
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-3-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-4-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-voegwoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-voegwoorden/

Slide 52 - Tekstslide

Einde van deze les
Goed gedaan!

Slide 53 - Tekstslide