Rekenen 4M - oefenen

Formule overzicht inleveren :)
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Formule overzicht inleveren :)

Slide 1 - Open vraag

Een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen
Wanneer het totaal (100%) niet bekend is
Een percentage van een getal uitrekenen
Een verschil in procenten uitrekenen
Aantal : 100 x percentage

Gevraagde aantal / geheel
x 100% 
(Nieuw-oud) / oud x 100%
Met een verhoudingstabel

Slide 2 - Sleepvraag

Piet heeft een jaar lang €2.100 op zijn spaarrekening staan. Aan het einde van het jaar ontvangt hij €48,30 aan rente.
Hoe hoog is het rentepercentage van de bank?

Slide 3 - Open vraag

De gemiddelde prijs van een koopwoning is momenteel € 227.000. Drie maanden geleden was dat nog € 224.000. Bereken met hoeveel procent de gemiddelde huizenprijs is gestegen.

Slide 4 - Open vraag

Machteld geeft 21,3% van haar netto inkomen uit aan vaste lasten. Haar vaste lasten bedragen €450 per maand. Bereken haar netto maand inkomen.

Slide 5 - Open vraag

Door afnemende vraag is de prijs van brood gedaald van €2,13 naar €1,99. Hoeveel procent is de prijs gedaald?

Slide 6 - Open vraag

In 2020 zijn er in Nederland 1,8 miljoen bedrijven. Tijdens de economische crisis gaat 15% failliet. Hoeveel bedrijven gaan er failliet?
A
270.000
B
12.000
C
120.000
D
27.000

Slide 7 - Quizvraag

In 2019 waren er op het TCC waren er 582 examenkandidaten. 568 examenkandidaten zijn geslaagd. Hoeveel procent is geslaagd?
A
102,5%
B
2,4%
C
97,6%
D
87,4%

Slide 8 - Quizvraag

Op de locatie Potskampstraat werken 70 vrouwen. Dat is 40% van het personeel. Hoeveel mensen werken er op de locatie Postkampstraat?
A
86
B
28
C
168
D
175

Slide 9 - Quizvraag

Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit.
A
1.200
B
750
C
1.000
D
6.000

Slide 10 - Quizvraag

De omzet van de kledingwinkel van Tevin is
€ 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de kosten zijn € 7.500. De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000

Slide 11 - Quizvraag

Joyce heeft een lampenwinkel. Haar omzet in november dit jaar is € 22.000. In dezelfde maand vorig jaar was dat € 20.000.
Wat is er veranderd aan de omzet?
A
De omzet is gestegen met € 22.000.
B
De omzet is gestegen met € 2.000.
C
De omzet is gedaald met € 2.000.
D
De omzet is gedaald met € 20.000.

Slide 12 - Quizvraag