H4 De activa van de NV

Financiering en verslaglegging
Hoofdstuk 4 De vaste activa van de NV
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Financiering en verslaglegging
Hoofdstuk 4 De vaste activa van de NV

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Vragen over hoofdstuk 3? 
  • Hoofdstuk 4 doelen
  • Aan de hand van de balans bepalen wat de omvang is van:
  • De vaste activa
  • De immateriële vaste activa
  • De materiële vaste activa
  • De financiële vaste activa
  • De vlottende activa
  • De overlopende activa
  • De overeenkomsten en verschillen kunnen beschrijven voor bovengenoemde activa



Slide 2 - Tekstslide

Materiële vaste activa
Immateriële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Goodwill
Inventaris
Lening u/g looptijd 5 jaar
Concessie
Vooruitbetaalde bedragen
Machines
Effecten (zeggenschap > 5%)
Voorraad gereed product

Slide 3 - Sleepvraag

3 soorten vaste activa

Slide 4 - Tekstslide

Vaste activa (>1 jaar)

Slide 5 - Tekstslide

Vaste activa (>1 jaar)
  • Omlooptijd van het geïnvesteerd vermogen is groter dan 1 jaar

  • Materiële vaste activa (tastbaar, gebruiksduur > 1 jaar , aankoopbedrag > € 450)
  • Gebouwen, terreinen, inventaris, machines, auto's

  • Immateriële vaste activa  (niet tastbaar)
  • Geactiveerde ontwikkelkosten, geactiveerde emissiekosten, goodwill, concessie, vergunning

  • Financiële vaste activa (geld uitlenen of investeren aan of in een ander bedrijf)
  • Lening u/g met looptijd > 1 jaar, effecten (deelname > 5%)


Slide 6 - Tekstslide

Immateriele  vaste activa:
Bezittingen die je niet kunt aanraken
Licenties
Goodwill
Research and development
Vergunning

Slide 7 - Tekstslide

Immateriële vaste activa
Activa die je niet kunt zien of aanraken maar wel een waarde hebben. 

  • R&D: kosten van onderzoek en ontwikkeling
  • concessie: recht om iets te exploiteren (gasveld, 4G-netwerk)
  • vergunning: recht plaatsing verkoopkraam
  • licentie: recht om een door een ander bedrijf ontwikkelde toepassing of product te gebruiken en exploiteren.
  • goodwill: overnameprijs van een onderneming - eigen vermogen van overgenomen onderneming (vergoeding voor de goede reputatie van de onderneming)

Slide 8 - Tekstslide

Materiële vaste activa
  • Gebouwen
  • Installaties
  • Machines
  • Auto's 
  • Inventaris
  • Grond

Slide 9 - Tekstslide

Financiële vaste activa 
  • Deelnemingen: bij kapitaalverschaffing (aandelen kopen in ander bedrijf) én duurzame band én gericht op eigen werkzaamheden
  • Vorderingen op groepsmaatschappijen 
  • Effecten (als belegging langer dan een jaar is)
In tegenstelling tot 'aandelen kopen' is met overtollig geld wat te verdienen ------> effecten


Slide 10 - Tekstslide

Deelnemingen
5% of meer van de aandelen in bezit: meldingsplicht

> 50% bezit van de aandelen: meerderheidsbelang
< 50% bezit van de aandelen: minderheidsbelang

> 50% zeggenschap  of  meer dan de helft v.d. bestuurders of commissarisen benoemen = dochtermaatschappij

Slide 11 - Tekstslide

Deelnemingen of effecten?

Slide 12 - Tekstslide

Vorderingen op groepsmaatschappijen

Groepsmaatschappijen: een bv/nv die samen met andere bv’s/nv’s in een groep is verbonden, waarbij er sprake is van een economische eenheid en organisatorische verbondenheid (gemeenschappelijke leiding)

Slide 13 - Tekstslide

Vlottende activa (< 1 jaar)
  • voorraden (tegen verkrijgingsprijs)
- gereed product, onderhanden werk, grond- en hulpstoffen
  • vorderingen
  • overlopende activa (nog te ontvangen/vooruitbetaalde bedragen)
  • effecten (tijdelijk overtollig vermogen)
  • liquide middelen

Slide 14 - Tekstslide

Voorkomen van verwarring bij lenen en uitlenen

o/g = opgenomen geld:
  • Bedrijf neemt geld op (vb o'handse lening)
  • Creditzijde/Vreemd vermogen
u/g = uitgeleend geld:
  • Bedrijf leent geld uit aan ander bedrijf 
  • Debetzijde/ Bezitting


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Janine heeft in haar onderneming €395.000 aan bezitting en € 210.000 aan schulden. Pieter biedt aan haar onderneming over te nemen voor € 220.000. Janine gaat akkoord.

Bereken de goodwill

Slide 17 - Open vraag

Deelnemingen, horen bij de:
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 18 - Quizvraag

Een licentie is:
A
het recht om een bepaald gebied te exploiteren
B
Kosten van product-ontwikkeling
C
De overnameprijs van een bedrijf
D
exploitatie van een door een ander bedrijf ontwikkeld product

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn materiële vaste activa?
A
Gebouwen, deelneming en goodwill
B
Gebouwen, inventaris en auto
C
Auto, grond en deelneming
D
Grond, gebouwen en goodwill

Slide 20 - Quizvraag

Voorraden kunnen gewaardeerd worden tegen:
A
Actuele waarde
B
verkrijgingsprijs
C
Vervaardigingsprijs
D
alle drie

Slide 21 - Quizvraag

Aan het werk
Maken 
opdracht 4.1 t/m 4.4 + zelftest

Slide 22 - Tekstslide