Hoofdletters

Doel van de les
Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt (belangrijk bij verhalen schrijven. Hoofdletters maken een tekst duidelijker)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt (belangrijk bij verhalen schrijven. Hoofdletters maken een tekst duidelijker)

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we hoofdletters?

Slide 2 - Woordweb

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
  • Eerste woord van de zin:
  • Morgen ga ik naar de dierentuin. 

  • Hoge komma (apostrof) ' : het tweede woord begint met de hoofdletter, niet de S!
  • 's Morgens ga ik altijd hardlopen

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
  • Namen schrijf je met een hoofdletter.
  • Voornaam: Peter
  • Voorletters + achternaam: Henk van Boxtel 
  • Straatnaam: Lindelaan
  • Provincies: Overijssel, Noord-Holland
  • Clubs: PSV, Ajax

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
  • Namen van volkeren: Nederlander, Arabier, Eskimo 
  • Namen van bedrijven en merken: Coca Cola, Rabobank
  • Namen van boeken en films: de Waanzinnige Boomhut
  • Aardrijkskundige namen: Nederland, Atlantische Oceaan
  • Historische gebeurtenissen: de Tweede Wereldoorlog, Kerst

Slide 5 - Tekstslide

Geen hoofdletter
  • Namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden: maandag, december, noorden,  herfst

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf onderstaande zin over. Zet hoofdletters waar dat moet.
morgen begint de kermis

Slide 7 - Open vraag

Schrijf onderstaande zin over. Zet hoofdletters waar dat moet
de uilenspiegel staat in de straat parkweg

Slide 8 - Open vraag

Schrijf onderstaande zin over. Zet hoofdletters waar moet
de tweede wereldoorlog begon in 1939

Slide 9 - Open vraag

Schrijf onderstaande zin over. Zet hoofdletters waar moet
tijdens kerst staat er vaak een kerstboom

Slide 10 - Open vraag

Juist of onjuist:

Mieke gaat met kerstmis naar Italië
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist

'S avonds begon het feest
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist

In april is het Pasen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist of onjuist

Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
's Middags begin ik om twee uur
B
'S middags begin ik om twee uur

Slide 15 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Zondag
B
zondag

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
IJstijd
B
Ijstijd
C
ijstijd

Slide 17 - Quizvraag

Wat hebben we geleerd?
Hoofdletter:
  • Eerste woord van een zin
  • Namen
  • Aardrijkskundige namen

Geen hoofdletter:
  • Namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden

Slide 18 - Tekstslide