Zelfstandig werkwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Pak alvast: leesboek en grammaticaboekje 

Deze les

Lezen

Zelfstandig werkwoord

Lesdoelen

Aan het eind van de les...

... weet je wat een zelfstandig werkwoord is;

... kan je een zelfstandig werkwoord herkennen in een zin.

Even opfrissen

• Elke taal bevat minstens drie woordsoorten. Welke zijn dit?
• Wat is de functie van het werkwoord? 

Aan de slag

• Ontdekopdracht 5, blz. 43
• Let op: geen woorden toevoegen/ veranderen
• 5 minuutjes, dan bespreken + uitleg

Soorten werkwoorden

• In het Nederlands: drie soorten werkwoorden

1. Zelfstandig werkwoord (zww)
2. Koppelwerkwoord (kww)
3. Hulpwerkwoord (hww)

WG: zelfstandig werkwoord

• In een zin met een WG is het werkwoord de baas
• WG soms maar 1 werkwoord
• Bijv.: 'Jan fietst.'
• 'Fietsen' heeft betekenis = het zelfstandig werkwoord

Meerdere werkwoorden

• Zww nodig om snel  betekenis aan de zin te kunnen geven. 
  
• WG soms meer werkwoorden
• 'De jongen zou een cadeau aan het meisje willen geven.'
• Hoe veel ww? Welke is het zww?
• Hoe veel rollen deelt het zww uit?
• Welk zinsdelen krijgen welke rol?

Zelfstandig werkwoord = de baas

• Zww is de baas van een zin met een werkwoordelijk gezegde, want:

1. Het draagt de betekenis van de zin, en
2. Bepaalt welke rollen andere zinsdelen kunnen vervullen. 

Aan de slag

• Maak opdracht 20 en 21
• Mag samen 
• Nakijken met antwoorden in classroom

Even checken

Op welke twee manieren is het zelfstandig werkwoord 'de baas' in een zin?

Vooruitblik

Volgende les: interview uitwerken + planning interviews