Er wordt voorzichtig een ring in het water gedaan.
De maatcilinder is dan tot 10,3 ml gevuld.
a) Wat is het volume van de ring?
b) De massa van de ring is 5,8g, wat is de dichtheid van de ring?
c) Gebruik het Binas. Is de ring wel of niet van goud? Waarom?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Controlevragen
Bereken het volume van 2 kg zilver.
Slide 15 - Tekstslide
Geg:
m = 2000 g
ρ = 10,5 g/cm3
Gevr: V
Opl:
V = m/ ρ
V = 2000/10,5
V = 190,5 cm3
Slide 16 - Tekstslide
Controlevragen
Bereken de massa van een stuk koper met een volume van 25cm3.
Slide 17 - Tekstslide
Geg:
V = 25 cm3
ρ = 8,96 g/cm3
Gevr: m
Opl:
m = V x ρ
m = 25 x 8,96
m = 224 g
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
7.3
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
7.4 Chemische reacties
Bij elke chemische reactie verdwijnt er minstens 1 stof. Er ontstaat ook minstens 1 stof.
Een chemische reactie is ook niet terug te draaien. Als je een eitje bakt, kun je hem niet meer terug in zijn originele vorm krijgen. Een ijsklontje kun je steeds opnieuw bevriezen en smelten. Dit is een faseovergang.
Slide 24 - Tekstslide
Verbranding
Als een stof snel en met vlammen reageert met zuurstof uit de lucht, zeg je dat die stof verbrandt.
Er zijn 3 brandvoorwaarden:
Slide 25 - Tekstslide
Corrosie
Veel metalen worden aangetast door stoffen in de lucht zoals zuurstof (O2) en water (H2O). Dat noem je corrosie.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Tekstslide
Reactieschema
In een reactieschema zet je de beginstoffen vóór de pijl
In een reactieschema zet je de reactieproducten na de pijl
Slide 29 - Tekstslide
Reactieschema voor verbranding:
brandstof + zuurstof --> reactieproducten
Slide 30 - Tekstslide
reactieschema
glucose + zuurstof ➡️ koolsofdioxide + water + energie
(brandstof) (verbrandingsproducten)
Slide 31 - Tekstslide
Soorten reacties
- Verbrandingsreactie (met zuurstof)
- Ontledingsreactie (1 stof voor de pijl, meerdere achter de pijl)
Een fase overgang is geen reactie, deze is omkeerbaar.