Gevolg vele militaire ambities is een lege schatkist
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Inleiding
KA 16 - De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
Koning Filips IV (de Schone) van Frankrijk
Slide 6 - Tekstslide
Gwijde van Dampierre, Graaf van Vlaanderen en leenman van Filips.
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Inleiding
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Graafschap Vlaanderen 14e eeuw
Jacques de Châtillon, door Filips aangesteld als nieuwe graaf van Vlaanderen
Slide 7 - Tekstslide
Tijdens de Brugse Metten, die aanvankelijk Goede Vrijdag werden genoemd, vermoordden Bruggelingen op 18 mei 1302 bij een nachtelijke verrassingsaanval een aantal leden van het Franse garnizoen in de stad Brugge. Jacques van Châtillon, landvoogd van de Franse koning die leenheer van het graafschap Vlaanderen was, had de stad kort tevoren bezet. Hij kon die nacht ternauwernood ontsnappen.
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Inleiding
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Brugse Metten
Slide 8 - Tekstslide
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Inleiding
KA 16 - De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
Guldensporenslag
Slide 9 - Tekstslide
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Inleiding
KA 16 - De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
Uitkomst:
Filips doet nog pogingen Vlaanderen te onderdrukken. Dit mislukt.
Gevolg: Hij wordt gedwongen afspraken te maken over belastingen met de Vlaamse steden.
Slide 10 - Tekstslide
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Je kunt een beschrijving geven van het ontstaan van staten en de politiek van centralisatie.
Leerdoelen
KA 17 -Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 11 - Tekstslide
Vroege middeleeuwen - Koningen regeerden dmv feodale stelsel (leenstelsel) . Raad en daad in ruil voor land.
Feodale stelsel ontstaan door gebrek aan geld.
Groot nadeel leenstelsel is dat leenmannen grootte vrijheid hadden in hun leen --> koning afhankelijk van loyaliteit leenman. (voorbeeld: leger koning bestond uit soldaten leenmannen)
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Leenstelsel en de macht van de adel
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 12 - Tekstslide
Late middeleeuwen opleving geldeconomie door handel en ambachten en opkomst steden.
Inkomsten in vorm van geld namen toe voor vorsten (belastingen, stadsrechten, tol)
Met deze inkomsten namen ze leken in dienst, (niet adellijk, wel geleerd) ambtenaren.
Deze leken zijn loyaler, want afhankelijker van inkomen. (edelen hadden namelijk vaak ook andere inkomsten)
Ambtenaren geven vorsten de kans hun greep op de leenmannen te vergroten (ambtenaren worden land in gestuurd om leenmannen te controleren)
Vorst is nu in staat beleid te maken voor heel zijn gebied, vanuit één plaats --> Centralisatie
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Geldeconomie en centralisatie
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 13 - Tekstslide
Met de komst van een geldeconomie en inkomsten uit belastingen konden vorsten een leger huren.
gevolg: minder afhankelijk van de legers van de leenmannen
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Huursoldaten ipv leenmannen
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 14 - Tekstslide
Met de komst van een geldeconomie nam de macht van de koning toe. Hij kon steunen op ambtenaren en huurleger. De greep op zijn gebied nam hierdoor toe
Gevolg: Staatsvorming
land met vaste grenzen dat centraal wordt bestuurd.
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Het begin van staatsvorming
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 15 - Tekstslide
Beschreven proces van staatsvorming en centralisatie langzaam proces!
Adel kon ook belasting heffen. Steden hadden geld. Hun invloed bleef nog lang groot.
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Langdurig proces
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 16 - Tekstslide
Magna Carta, 1215
Afspraken tussen Jan zonder land en edelen. Ontstaan parlement.
Slide 17 - Tekstslide
Maak de volgende opdrachten als huiswerk voor de volgende les.
Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
Huiswerk
KA 17 - Het begin van staatsvorming en centralisatie
Slide 18 - Tekstslide
Leg uit hoe het leenstelsel werkt.
Slide 19 - Open vraag
Waarom regeerden koningen in de vroege middeleeuwen door middel van het leenstelsel?
Slide 20 - Open vraag
Leg uit waarom de macht van de koning vaak juist werd beperkt door het leenstelsel.
Slide 21 - Open vraag
Wat was een belangrijke bron van inkomsten voor een koning in de hoge of late middeleeuwen?
Slide 22 - Open vraag
De toegenomen inkomsten van de koning hadden een militair en een bestuurlijk gevolg. Leg beide uit.
Slide 23 - Open vraag
Leg uit hoe centralisatie een gevolg was van de komst van ambtenaren en huurlegers..
Slide 24 - Open vraag
Leg uit hoe door centralisatie in combinatie met het ontstaan van een geldeconomie staatsvorming plaatsvond.
Slide 25 - Open vraag
Geef aan dat staatsvorming niet hoeft te betekenen dat de macht van de adel afnam.
Slide 26 - Open vraag
Gingen centralisatie en staatsvorming snel of langzaam? Leg uit.