In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
H 7: WATER en reinigen
Slide 1 - Tekstslide
Water is overal!
water houdt goed warmte vast --> zee is thermostaat van aarde
daarom gebruiken wij water als warmtetransport middel b.v. bij koken of in de radiator thuis
water in de natuur is nooit zuiver. Zo gauw zuiver water uit de lucht op de aarde komt lossen er stoffen in op.
gedestilleerd water/demi water is wel zuiver
grondwater zit onder het aardoppervlakte dus is al gefilterd en daardoor schoner dan oppervlakte water als meren, rivieren en sloten
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
winning drinkwater uit grondwater
groot voordeel van grondwater, het is al gefilterd door het zand
water daarna oppompen en filteren vanwege zanddeeltjes
tijdens beluchten vinden er reacties plaats om ongewenste deeltjes te verwijderen(hechten aan zuurstof uit lucht)--> vaste stoffen die je eruit filtreert
Slide 4 - Tekstslide
winning drinkwater uit oppervlakte water
dit is meer vervuild dan grondwater--> opvangen in spaarbekken en vuil bezinkt
afgieten(=overlopen hier), filtreren en beluchten (zie vorige slide)
toevoegen hulpstoffen--> vaste stof--> laten bezinken en afgieten
ziekte kiemen doden met chloor, ozon of uvlicht
koolstof filter voor adsorptie geur- en smaakstoffen
Slide 5 - Tekstslide
voedselconservering = bacterien en schimmels niet laten groeien
water nodig om te groeien--> gedroogd voedsel bederf minder snel
zuurstof ook --> vacuum verpakken en inblikken (=conserveren)
pasteuriseren =kort verhitten tot 85 C --> niet alle bacterien en schimmels dood maar langer houdbaar en smaak verandert niet
steriliseren= verhitten tot 120 C--> alle micro-organismen dood maar smaak ook minder goed
additieven zijn toevoegingen binas tabel45
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
hard water bevat veel opgeloste calcium- en magnesiumionen
ketelsteen maakt aparaten minder zuinig en eerder kapot
ontharden kan door koken:
ontharder gebruiken:
ontharden met groene(=natuurlijke)zeep hardwater + natuulijke zeep -->kalkzeep
het onstaan van hardwater door oplossen calciumcarbonaat uit de bodem in regenwater
Slide 8 - Tekstslide
ontharden met ionenwisselaar
ionenwisselaar wisselt ionen van de ene soort om voor de andere soort.
in dit voorbeeld bevat de wisselaar natriumionen en worden er 2 natriumionen vervangen door 1 calciumion
dus na afloop bevat water minder calciumionen en meer natriumionen
Slide 9 - Tekstslide
zeep
water is een goed oplosmiddel voor zeep en daardoor ook een spoelmiddel
zeep is een vetverwijderaar
natuurlijke zeep gemaakt van plantaardige en dierlijke olie en vetten
synthetische zeep=detergent, gemaakt van aardolieproducten
zeepmoleculen hebben een hydrofiele=waterlievende kop en een hydrofobe = watervrezende staart--> het kan vet en water samenhouden=emulgator
Slide 10 - Tekstslide
ontharden met groene(=natuurlijke)zeep
hardwater + natuurlijke zeep -->kalkzeep
het COO-deel van het stearaation is de hydrofiele kop van de zeep en het C17H35 stuk dat er aan vast zit de hydrofobe staart
elk calciumion kan dus twee van die zeepionen binden
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
verzorgingsproducten van huid, haar en gebit
bevatten allemaal water om het vloeibaar/smeerbaar te maken
creme en conditioner moet verzorgend zijn--> bevat olie/vet maar óók een emulgator
bacterieen in tandplak zetten suikers om in zuur. Om tandplak te verwijderen zit er in tandpasta een schuurmiddel, maar óók een synthetische zeep, en fluoride om het herstel van glazuur te versnellen
de pH waarde van verzorgingsproducten die je op je huid gebruikt moet pH huid neutraal = +- 5,5 zijn
Slide 13 - Tekstslide
Bij een zeepmolecuul is de kop
A
xenofoob
B
hydrofoob
C
hydrofiel
D
xenofiel
Slide 14 - Quizvraag
detergent is een ander woord voor
A
natuurlijke zeep
B
kalkzeep
C
groene zeep
D
synthetische zeep
Slide 15 - Quizvraag
kalkzeep ontstaat als opgeloste kalk reageert met een
A
natuurlijke zeep
B
emulsie
C
emulgator
D
detergent
Slide 16 - Quizvraag
men bepaalt de concentratie van een zuur of base met een
A
oxidatie
B
titratie
C
infiltratie
D
deductie
Slide 17 - Quizvraag
Welke kleur heeft rode koolsap in schoonmaakazijn?
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Geel
Slide 18 - Quizvraag
Zeep verwijdert vuil en vetvlekken. Bij het wassen hechten zeepdeeltjes aan vuildeeltjes. Welke tekening is juist?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4
Slide 19 - Quizvraag
Welke kleur geeft een rood lakmoespapiertje in basisch milieu?
A
Rood
B
Blauw
C
Paars
D
Groen
Slide 20 - Quizvraag
Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
wc ontkalker
Slide 21 - Quizvraag
gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep. De pH van gootsteenontstopper is
A
kleiner dan van groene zeep
B
groter dan van groene zeep
C
ongeveer 1,5
D
ongeveer 9,5
Slide 22 - Quizvraag
met een basisch schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
cement van tegels halen
C
autolak poetsen
D
waterkoker ontkalken
Slide 23 - Quizvraag
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen
Slide 24 - Quizvraag
welke uitspraak over water is waar
A
grondwater is altijd na filtering en beluchting geschikt als drinkwater
B
water warmt snel op en geeft langzaam warmte af
C
regenwater is altijd zuiver water dus pH =7
D
grondwater is schoner dan oppervlakte water
Slide 25 - Quizvraag
waartoe dient het beluchten bij de zuivering van water
A
om de bacteriën te doden
B
om de slib minder actief te maken
C
om opgeloste stoffen te laten reageren met zuurstof