Les 5.1 - bespreken toets

Les 5.1
bespreken toets 

Lesplanning:
  1. Toets bespreken opgave 1, 2, 3 en 5
  2. Zelfstandig werken:
    - inzage toets 
    - toetsanalyse invullen
    - meetrapport afronden
    - afronden opgaven §5.1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 5.1
bespreken toets 

Lesplanning:
  1. Toets bespreken opgave 1, 2, 3 en 5
  2. Zelfstandig werken:
    - inzage toets 
    - toetsanalyse invullen
    - meetrapport afronden
    - afronden opgaven §5.1

Slide 1 - Tekstslide

Algemene tip
  • Formule noteren en vervolgens eerst invullen. 

Slide 2 - Tekstslide

1pt Tekenen vector 4,2 N
       met geschikte
       krachtenschaal
1pt Juiste constructie
      tekening
1pt Opmeten vectoren
       en krachtenschaal
       gebruikt

Slide 3 - Tekstslide

vraag 2a - 1pt voor:
  • Krachtenschaal bepaald m.b.v. gegeven vector
  • F ontbonden langs de x-as
  • Inzien dat Fx = Fw en uitgerekend met krachtenschaal (completeren)

Vraag 2b - 1pt voor:
  • Zelfde krachtenschaal gebruikt als vorige opgave
  • F ontbonden langs de y-as
  • Inzien dat Fy = Fz - Fn
  • Uitgerekend met krachtenschaal (completeren)
    Punt 3 niet gescoord? Dan is punt 4 ook niet meer te behalen!


Slide 4 - Tekstslide

vraag 3a - 1pt voor:
  • Fz = m ∙ g = 2,8 · 9,81 = 27,5 N
  • Tekenen vector recht omlaag
  • Geschikte krachtenschaal genoteerd

Vraag 3b - 1pt voor:
  • juiste tekening (2 punten)
  • opmeten en gebruik krachtenschaal (berekening)
  • 13 N en 25 N (marge 2 N)


Slide 5 - Tekstslide

vraag 5b - 1pt voor:
  • Bepaling T uit grafiek geeft 2,8 ms (marge 0,1)
  • gebruik ms en mg beide omgerekend naar basiseenheden
  • completeren berekening

Vraag 5c - 1pt voor:
  • inzicht m onafhankelijk van plaats
  • consequentie conclusie over T.


Opgave 5

Slide 6 - Tekstslide


Aan de slag 
met ...
  1. inzage toets
  2. toetsanalyse invullen
  3. meetrapport afronden

  4. HW volgende les:
    afronden §5.1
Tot het einde van de les.
Inleveren vrijdag 31/1

Slide 7 - Tekstslide

H5 straling

Slide 8 - Tekstslide

Eens kijken wat jullie al weten...

Slide 9 - Tekstslide

Stel nu dat je na een nucleair ongeval radioactief besmet water binnenkrijgt. Welke van onderstaande effecten kun je mogelijk verwachten?
A
Je krijgt vreemde misvormingen, zoals een derde oog, of een groene huid.
B
Je wordt misselijk en moet overgeven.
C
Je gaat licht geven in het donker.

Slide 10 - Quizvraag

Organisch gekweekte broccoli is niet radioactief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.
Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.

Slide 12 - Tekstslide

Radioactieve straling kan je ruiken of voelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waar worden geen radioactieve stoffen gebruikt?
A
In kerncentrales
B
In papierfabrieken
C
In ziekenhuizen
D
In fluoriserend speelgoed

Slide 14 - Quizvraag

In papierfabrieken worden radioactieve bronnen die bètastraling uitzenden gebruikt om continu de dikte van het gemaakte papier te controleren. 

In Nederland wordt verreweg de meeste radioactiviteit in ziekenhuizen gebruikt.

In kerncentrales wordt radioactief uranium gebruikt als brandstof. 

Slide 15 - Tekstslide


Fluorescerend kinderspeelgoed geeft licht in het donker omdat er overdag licht op is gevallen. Een deel van de energie van dat licht is opgeslagen in het fluorescerende laagje en wordt later uitgezonden. Als je het speelgoed lang in het donker bewaart, zul je ook zien dat het geen licht meer geeft.


Slide 16 - Tekstslide

Wanneer je wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid straling word je zelf ook radioactief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag