Les 1 - 3A3

Lesplanning
Lesplanning:
  1. Introductie H2
  2. Opgaven §2.1 maken
  3. Uitleg §2.2 
  4. Maken §2.2 opgave 11, 14, 15, 16 en 18
  5. Chernobyl
  6. Eierproef testen 

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
Lesplanning:
  1. Introductie H2
  2. Opgaven §2.1 maken
  3. Uitleg §2.2 
  4. Maken §2.2 opgave 11, 14, 15, 16 en 18
  5. Chernobyl
  6. Eierproef testen 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  1. Uitleg theorie eierproef
  2. Klassikaal:
    - Introductie H2 straling
    - korte uitleg §2.1
  3.  Opgaven §2.1 maken

  4. Uitleg theorie eierproef
We ronden dit hoofdstuk af met een SO.

Slide 2 - Tekstslide

Stel nu dat je na een nucleair ongeval radioactief besmet water binnenkrijgt. Welke van onderstaande effecten kun je mogelijk verwachten?
A
Je krijgt vreemde misvormingen, zoals een derde oog, of een groene huid.
B
Je wordt misselijk en moet overgeven.
C
Je gaat licht geven in het donker.

Slide 3 - Quizvraag

Organisch gekweekte broccoli is niet radioactief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.
Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.

Slide 5 - Tekstslide

Radioactieve straling kan je ruiken of voelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar worden geen radioactieve stoffen gebruikt?
A
In kerncentrales
B
In papierfabrieken
C
In ziekenhuizen
D
In fluoriserend speelgoed

Slide 7 - Quizvraag

In papierfabrieken worden radioactieve bronnen die bètastraling uitzenden gebruikt om continu de dikte van het gemaakte papier te controleren. 

In Nederland wordt verreweg de meeste radioactiviteit in ziekenhuizen gebruikt.

In kerncentrales wordt radioactief uranium gebruikt als brandstof. 

Slide 8 - Tekstslide


Fluorescerend kinderspeelgoed geeft licht in het donker omdat er overdag licht op is gevallen. Een deel van de energie van dat licht is opgeslagen in het fluorescerende laagje en wordt later uitgezonden. Als je het speelgoed lang in het donker bewaart, zul je ook zien dat het geen licht meer geeft.


Slide 9 - Tekstslide

Wanneer je wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid straling word je zelf ook radioactief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Elektromagnetisch spectrum

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
 §2.1 digitaal opgave 1, 4, 5 en 8
timer
8:00

Slide 14 - Tekstslide

§2.2 Het atoom
Aan het einde van deze paragraaf ...
  • weet je waaruit alle materie op aarde is opgebouwd;
  • weet je welke deeltjes er vrijkomen bij de verschillende soorten radioactief verval;
  • kan je rekenen met de halveringstijd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Het atoom
protonen, neutronen en elektronen

Slide 17 - Tekstslide

Instabiele atomen

Slide 18 - Tekstslide

Alfa-verval

Slide 19 - Tekstslide

bèta-verval

Slide 20 - Tekstslide

gamma verval

Slide 21 - Tekstslide

De halveringstijd

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de halveringstijd van deze stof?
A
10 jaar
B
14 jaar
C
20 jaar
D
27 jaar

Slide 23 - Quizvraag

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 24 - Quizvraag

Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Nikkel heeft een halveringstijd van 85 jaar. Stel dat je 1,6 gram nikkel hebt.
Hoe lang duurt het voordat je 0,2 gram nikkel-63 hebt?
A
85 jaar
B
255 jaar
C
425 jaar
D
510 jaar

Slide 27 - Quizvraag

2,0 gram thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 gram thorium over is.
Hoe groot is de halveringstijd van thorium?
A
9 dagen
B
12 dagen
C
24 dagen
D
36 dagen

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag
§2.2 opgave 11, 14, 15, 16 en 18
timer
12:00

Slide 29 - Tekstslide

Eierproef testen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video