Les 1 - introductie

Lesplanning
  1. Introductie H2 straling
  2. Opgaven maken §2.1 
  3. Uitleg §2.2
  4. Opgaven maken §2.2
  5. Straling van telefoons gevaarlijk?
  6. Portfolio opdracht §2.2
  7. Afsluiting: tsjernobyl

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Lesplanning
  1. Introductie H2 straling
  2. Opgaven maken §2.1 
  3. Uitleg §2.2
  4. Opgaven maken §2.2
  5. Straling van telefoons gevaarlijk?
  6. Portfolio opdracht §2.2
  7. Afsluiting: tsjernobyl

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  1. Uitleg theorie eierproef
  2. Klassikaal:
    - Introductie H2 straling
    - korte uitleg §2.1
  3.  Opgaven §2.1 maken

  4. Uitleg theorie eierproef

Slide 2 - Tekstslide

Portfolio
Je rond dit hoofdstuk af met een portfolio. Elke les maak je een opdracht (evt. als huiswerk). Deze opdrachten vormen samen het portfolio. Het portfolio telt 1x mee. 
§
opdracht
weging (%)
2.1 + 2.2
opgave in de les
25
2.3+2.4
mini poster
40
2.5
discussie
35

Slide 3 - Tekstslide

Stel nu dat je na een nucleair ongeval radioactief besmet water binnenkrijgt. Welke van onderstaande effecten kun je mogelijk verwachten?
A
Je krijgt vreemde misvormingen, zoals een derde oog, of een groene huid.
B
Je wordt misselijk en moet overgeven.
C
Je gaat licht geven in het donker.

Slide 4 - Quizvraag

Organisch gekweekte broccoli is niet radioactief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.
Alle levende dingen en wezens zijn (een heel klein beetje) radioactief door opname van radioactieve stoffen uit de grond, het voedsel en de lucht. Dit zijn vrijwel altijd natuurlijke radioactieve stoffen, die overal voorkomen.

Slide 6 - Tekstslide

Radioactieve straling kan je ruiken of voelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar worden geen radioactieve stoffen gebruikt?
A
In kerncentrales
B
In papierfabrieken
C
In ziekenhuizen
D
In fluoriserend speelgoed

Slide 8 - Quizvraag

In papierfabrieken worden radioactieve bronnen die bètastraling uitzenden gebruikt om continu de dikte van het gemaakte papier te controleren. 

In Nederland wordt verreweg de meeste radioactiviteit in ziekenhuizen gebruikt.

In kerncentrales wordt radioactief uranium gebruikt als brandstof. 

Slide 9 - Tekstslide


Fluorescerend kinderspeelgoed geeft licht in het donker omdat er overdag licht op is gevallen. Een deel van de energie van dat licht is opgeslagen in het fluorescerende laagje en wordt later uitgezonden. Als je het speelgoed lang in het donker bewaart, zul je ook zien dat het geen licht meer geeft.


Slide 10 - Tekstslide

Wanneer je wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid straling word je zelf ook radioactief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Elektromagnetisch spectrum

Slide 14 - Tekstslide

§2.1 Elektromagnetische straling
Aan het einde van deze paragraaf ...
  • weet je wat elektromagnetische straling is; 
  • kan je van verschillende soorten elektromagnetische straling aangeven of ze schadelijk zijn;
  • Weet je waar de verschillende soorten EM-straling voor gebruikt worden.   

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
 §2.1 digitaal opgave 1, 4, 5 en 8
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

§2.2 Het atoom
Aan het einde van deze paragraaf ...
  • weet je waaruit alle materie op aarde is opgebouwd;
  • weet je welke deeltjes er vrijkomen bij de verschillende soorten radioactief verval;
  • kan je rekenen met de halveringstijd.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het atoom
protonen, neutronen en elektronen

Slide 19 - Tekstslide

Instabiele atomen

Slide 20 - Tekstslide

Alfa-verval

Slide 21 - Tekstslide

bèta-verval

Slide 22 - Tekstslide

gamma verval

Slide 23 - Tekstslide

De halveringstijd

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de halveringstijd van deze stof?
A
10 jaar
B
14 jaar
C
20 jaar
D
27 jaar

Slide 25 - Quizvraag

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 26 - Quizvraag

Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Nikkel heeft een halveringstijd van 85 jaar. Stel dat je 1,6 gram nikkel hebt.
Hoe lang duurt het voordat je 0,2 gram nikkel-63 hebt?
A
85 jaar
B
255 jaar
C
425 jaar
D
510 jaar

Slide 29 - Quizvraag

2,0 gram thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 gram thorium over is.
Hoe groot is de halveringstijd van thorium?
A
9 dagen
B
12 dagen
C
24 dagen
D
36 dagen

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag
§2.2 digitaal opgave 11, 14, 15, 16 en 18
timer
12:00

Slide 31 - Tekstslide

Is de straling van mobiele telefoons gevaarlijk?
Ja.
Alleen wanneer je je telefoon langdurig dichtbij je hebt (in je broekzak, onder je kussen, ...)
Nee.

Slide 32 - Poll



Is de straling van mobiele telefoons gevaarlijk?

Slide 33 - Tekstslide

Portfolio opdracht §2.1 + 2.2
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video