7.2 Energie

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Energie

7.2 NRG

Leerdoelen §1

• Je hebt geleerd wat eetgewoonten zijn
• Je weet het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
• Je kunt de drie groepen waarin voedingsstoffen verdeeld worden noemen
• Je kunt vertellen wat je moet doen om gezond te eten

Energie

• Energie heb je elk moment van de dag nodig
• Je hebt meer energie nodig als je beweegt
• Spieren werken harder tijdens inspanning
• Energie wordt gebruikt om warm te blijven

Waar haal ik energie vandaan?

Energie komt uit energierijke stoffen

Koolhydraten en vetten

Koolhydraten zijn zetmeel en suikers

Noem een voedingsmiddel waar zetmeel in zit

Voedingsmiddel

• Iets wat je kan eten.
• Op de verpakking staat hoeveel energie het voedingsmiddel bevat

Etiket

Hoeveel kilojoule bevat dit product per 100 gram?

Hoeveel kilocalorieën bevat dit product per 100 gram?

Hoeveel energie heb je nodig?

Hangt af van:

1. Activiteit
2. Leeftijd
3. Geslacht

Heb je je BMI uitgerekend?

mijn lengte is 1,92 m, mijn gewicht is 81 kg

gewicht : lengte²

Wat is mijn BMI?

Is dat goed?

BMI

overgewicht

ondergewicht 

Vetten

Vetten

• Iedereen heeft vetten nodig
• 80 gram per dag
• Energierijke stof en bouwstof

verzadigde vetten (ongezond)

onverzadigde vetten ( gezond)

Cholesterol

Vetachtige stof die je lichaam gebruikt om nieuwe cellen te maken

Maak je zelf in de lever

Klein gedeelte komt binnen via voeding

Cholesterol vernauwt bloedvaten

Cholesterol & hoge bloeddruk

Het hart moet harder pompen om door de vernauwde bloedvaten te komen.

1. Bloeddruk wordt hierdoor hoger
2. Je hart slijt sneller

Suikers

250 gram koolhydraten per dag nodig

Niet alleen maar suikers!

Slecht gebit > tandbederf of cariës

Bacteriën zetten suikers om naar zuren

Huiswerk

Maak de opdrachten 1 t/m 15 van paragraaf 7.2