5.2 Wat wordt de prijs?

H5.2 Wat wordt de prijs? 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.2 Wat wordt de prijs? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke onderwerpen herken je in het filmpje uit de les van vorige week?

Slide 3 - Woordweb

Inkoopprijs
Voordat je goederen kunt verkopen, moet je ze eerst zelf inkopen.

Dit gebeurt meestal bij een groothandel.
De prijs die jij als winkelier voor de producten betaald, is de inkoopprijs

Slide 4 - Tekstslide

Welke groothandel ken je?

Slide 5 - Open vraag

Brutowinstopslag 
Stel je voor:
Je hebt een eigen meubelzaak. Je koopt een eettafel in voor €800.
Omdat je geld wil verdienen aan de spullen die je verkoopt, bied je de eettafel in jouw winkel te koop aan voor €1.500.

Het bedrag dat jij bij de inkoopprijs optelt zodat je de tafel voor meer geld verkoopt, noem je de brutowinstopslag.
Meestal noteren we de brutowinstopslag als een percentage van de inkoopprijs.

Slide 6 - Tekstslide

Jacob verkoopt games. De inkoopprijs van een game is €35. Jacob berekent een brutowinstopslag van 60%. Bereken de verkoopprijs

Slide 7 - Open vraag

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de verkoopprijs?
A
verkoopprijs = inkoopprijs - opslag
B
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
C
verkoopprijs = brutowinstopslag - inkoopprijs

Slide 8 - Quizvraag

Afzet en omzet
Het aantal producten dat je verkoopt, noem je de afzet.  

Door de verkoop, komt er geld binnen.

Het totale bedrag dat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten, noem je de omzet.

Slide 9 - Tekstslide

In een dag verkoopt Jacob 35 games. De gemiddelde verkoopprijs van 1 game is €5,75. Wat is de omzet?
A
omzet = €5,75
B
omzet = €55
C
omzet = €201,25
D
omzet = €350

Slide 10 - Quizvraag

Opdrachten maken
Maak opdracht 21 t/m 35

klaar? 
Maak rekenopgave 1 t/m 8 op bladzijde 154

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Woordweb

Huiswerk.

Slide 13 - Tekstslide