Herhaling H3 - Gouden Eeuw

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhaling H3 

Programma 

wat?	hoe?	tijd?
quiziz	individueel	10 minuten
welk woord weg	klassikaal	10 minuten
begrippenquiz	klassikaal	10 minuten
pauze	klassikaal	5 minuten
quizlet	klassikaal	15 minuten
vooruitblik H4	iKlassikaal	overige tijd

Lesdoel 

aan het eind van deze les:

• ben je voldoende voorbereid op de toets van volgende week

Welk woord weg?

wat: straks komen er verschillende rijtjes met woorden op het bord. Daar hoort telkens één woord niet bij.  Schrijf van elk rijtje op welk woord er niet bij hoort en bespreek met je buurman/ -vrouw waarom je dat denkt. Hier heb je 10 minuten voor. Daarna bespreken we de antwoorden klassikaal.

hoe: in duo's 

tijd: 10 minuten

hulp: lesboek 

• Moedernegotie- Oostzeehandel- graan- slaven

• WIC- driehoekshandel- Heren Zeventien- plantages

• VOC- kaapvaart- Azië- specerijen 

• koning- Republiek- regenten- Staten Generaal 

• Banda eilanden- massamoord- tabak- Jan Pieterszoon Coen 

• Plantagekolonie- suiker - peper- katoen 

• Handelsmonopolie- alleenrecht- VOC- WIC 

Begrippenquiz

wat: straks komen er verschillende beschrijvingen van een begrip op het bord te staan die jullie moeten kennen voor de toets.  Na ongeveer 20 seconden gaat de slide weg, en vullen jullie allemaal het juiste begrip in op jullie laptop. 

hulp:  -

tijd: 10 minuten

hoe: individueel 

'Handelsmaatschappij met een monopolie op de zeevaart in Azië' 

Juiste begrip:

'Een bewijs dat je geld hebt gestort in het handelskapitalisme van een onderneming. Dit bewijs kan worden verhandeld op de beurs'

Juiste begrip:

'Feest vanwege de afschaffing van de slavernij in Suriname'

Juiste Begrip:

'De eerste en belangrijkste internationale handel van de Republiek met de Oostzee'

Juiste begrip:

'Plek of gebouw waar kooplui onderling handel drijven'

Juiste Begrip:

'Handel in slaven vanuit Afrika, over de Atlantische Oceaan naar Amerika'

Juiste begrip:

'Het alleenrecht om in een gebied handel te drijven'

Juiste begrip:

'Zeeroverij als middel om oorlog te voeren'

Juiste begrip:

Pauze

Vooruitblik: H4 

Franse Revolutie

Lodewijk XIV

• 'Zonnekoning' 1643- 1715

• 'Létat c'est moi'

• Droit Divin 

• veel pracht & praal 

• bezig met oorlog voeren 

absolutisme 

Lodewijk XIV en zijn opvolgers waren absoluut vorst. Dit hield in dat zij besloten alleen konden nemen, zonder toestemming of overleg van anderen. Het volk had géén inspraak. 

De standensamenleving 

In Frankrijk bestond er een standensamenleving; bovenaan stonden de geestelijken, hierna volgde de adel en als laatst kwamen de boeren.  Iedereen werd geboren in een bepaalde stand, waar je je hele leven in bleef. Alleen de 3e stand betaalde belasting, zij vormden de grootste groep. 

Franse Revolutie

Door grote voedseltekorten, een staatsschuld en geen inspraak van het gewone volk kwam het volk in opstand, deze begon in 1789. Wat begon als een opstand voor meer gelijkheid, eindigde al snel in een bloederige burgeroorlog, met als gevolg dat Frankrijk een keizerrijk werd.

voor nu..

wat kun je doen:

- samenvatting maken

-  afsluitende paragraaf 3.8 maken

-  oefenen op wordwall/quizlet etc.

de eerste 5 minuten werkt iedereen individueel en in stilte. Er komt een timer op het bord te staan!